Door slimmer en op basis van vertrouwen samen te werken en talenten van medewerkers centraal te stellen, kunnen bedrijven een hogere omzet en meer winst realiseren.
Sociale innovatie is populair. Zo zeer zelfs dat een aantal partijen een Centrum voor Sociale Innovatie (CSI) hebben opgericht. Het centrum valt onder het Innovatieplatform dat door het kabinet is ingesteld om de innovatiekracht van Nederland te versterken, zodat ons land in 2010 weer één van de koplopers is in de Europese kenniseconomie. Het CSI definieert sociale innovatie als het ontwikkelen van nieuwe managementvaardigheden, het hanteren van innovatieve organisatieprincipes en het realiseren van hoogwaardige arbeidsvormen. Ofwel dynamisch managen, flexibel organiseren, slimmer werken en talentontplooiing. Dit alles met het doel om het concurrentievermogen en de productiviteit van Nederlandse bedrijven te verbeteren. Nederland en de rest van Europa zullen wel moeten want lagelonenlanden zijn in opmars. Nodig zijn nieuwe, slimmere organisaties en nieuwe afspraken over arbeidsvoorwaarden. In de praktijk betekent sociale innovatie onder andere dat medewerkers samenwerken in een team met collega’s uit verschillende afdelingen en disciplines. Dat leidinggevenden niet handelen vanuit de gedachte ‘beheers en bevel’, maar dat zij ruimte geven aan medewerkers zodat zij zelf hun werk kunnen organiseren en bijvoorbeeld samen met collega’s roosters maken. Dat medewerkers voortdurend bezig zijn hun talenten te ontwikkelen. Liefst driekwart van de werkgevers is van plan op korte termijn met werknemers of hun vertegenwoordigers afspraken te maken over sociale innovatie. OR’en kunnen bijdragen aan sociale innovatie. De OR beschikt over tal van tips en ideeën die direct voortkomen uit de praktijk. Werkgevers zouden hun OR hiervoor meer moeten inschakelen. Ook zouden OR’en zelf vaker het initiatief moeten nemen om ideeën aan te dragen. Verder kan de OR een rol spelen bij werktijden en roosters. En wat te denken van praktische verbeterpunten rond verzuim- en reïntegratiebeleid, het in kaart brengen van knelpunten in de leeftijdsopbouw van het personeel, opleidings- en trainingsprogramma’s en zaken rond de dienstverlening van arbobedrijven. Ook de bonden zien een rol weggelegd voor de OR.
Geef een antwoord