Wie herinnert zich niet die onstuimige donderdag in januari? Er was een weeralarm afgegeven door het KNMI, maar ach dat hadden ze de week ervoor ook gedaan en toen viel het ook reuze mee. Zo niet deze keer.
Ik ging aan het eind van de ochtend op pad naar een congres in Amsterdam, maar kwam daar helaas nooit aan. De bovenleiding van de trein knapte en daar stonden we temidden van de weilanden. ‘Dit kon wel even gaan duren.’ Deze gedachte werd bevestigd door de NS-medewerkers die op inspectie waren geweest; tweeëneenhalf uur later werden we geëvacueerd.
Ook de rest van mijn reis verliep wat moeizaam en ik ervoer aan den lijve hoe belangrijk goede communicatie en informatie is. Had ik de boodschap van het KNMI niet goed begrepen of was ik te naïef geweest? Had er misschien informatie ontbroken aan de boodschap, waardoor ik de verkeerde beslissing had genomen? Het weersinformatie-instituut is zich van geen kwaad bewust en ik ben toch ook niet helemaal van de wereld, toch heb ik (en velen met mij) de situatie onderschat en moest uiteindelijk de nacht doorbrengen in een hotel in plaats van in mijn eigen bed.
Voor ondernemingsraden ligt het niet anders. Wil je een wijs advies geven over een reorganisatie, dan zul je over de juiste informatie moeten beschikken. Dat betekent dat er een goede communicatie met de bestuurder moet zijn. Maar ook de communicatielijnen met commissarissen, toezichthouders, managers, collega’s en buitenstaanders moeten open staan. Je moet alle informatie op juiste waarde weten te schatten. Een weeralarm in de ene situatie betekende immers niet hetzelfde als in de andere situatie. Ergo, niet alleen de boodschap is van belang, maar ook aanvullende informatie. Dit vergt alertheid van de ontvanger van de informatie, maar ook van de zender. Een misverstand is zo geboren.
Geef een reactie