Er is alle aanleiding om het fundamentele uitgangspunt van het Angelsaksische model, waarbij aandeelhouders alle macht hebben, ter discussie te stellen, zeggen Ieke van den Burg en Jan Cremers, leden van het Europees Parlement voor de PvdA.
Aandeelhouders claimen onder het motto ‘wie betaalt, bepaalt’ het alleenrecht over alle strategische beslissingen met als ultieme vorm van ‘aandeelhoudersdemocratie’ het principe van one-share-one-vote. Dit vormt een bedreiging, omdat de jacht op hoge dagkoersen vaak niet overeenkomt met of zelfs haaks staat op de langetermijnstrategie van een onderneming.
Van den Burg en Cremers pleiten voor vergaande maatregelen om het evenwicht tussen de verschillende belanghebbenden in een onderneming (aandeelhouders, bestuur en werknemers) – het zogenaamde Rijnlandse model – opnieuw centraal te stellen. Er moet nagedacht worden over structurele maatregelen die de ruimte van kortetermijnaandeelhouders beperken (short selling) en die langetermijnfocus belonen. Dit laatste zou bijvoorbeeld kunnen door een systeem waarbij langetermijnaandeelhouders meer stemrecht krijgen.
Daarnaast roepen zij de Europese Commissie op een consultatie te starten met de sociale partners over medezeggenschapsrechten binnen de interne markt. Zowel op het gebied van Europese ondernemingsraden als werknemersvertegenwoordiging op het hoogste niveau van raden van commissarissen en non-executive directors moet volgens hen de Europese wetgeving en praktijk ambitieuzer, omdat steeds meer beslissingen in ondernemingen plaats vinden in anonieme hoofdkantoren waarbij nationale ondernemingsraden onvoldoende controle kunnen uitoefenen.
Europese ondernemingsraden moeten volgens hen op het niveau van het centrale management kunnen acteren om zo het gebrek aan inspraak voor een gedeelte te vereffenen.
Ook dienen ondernemingsraden een instemmingsrecht te krijgen bij alle fusies en overnames. Op die manier worden ondernemingen en werknemers beschermd tegen mogelijk vijandelijke overnames door private equity.
Geef een antwoord