De buitenlandse aandeelhouders van een internationaal concern willen een adviesbureau inschakelen. Dat is adviesplichtig claimt de Nederlandse ondernemingsraad.
De aandelen van een Nederlandse dochter van een internationaal concern worden gehouden door twee buitenlandse moedervennootschappen. Daartussen zijn nog twee holdingmaaschappijen geschoven. Deze buitenlandse aandeelhouders besluiten Goldman Sachs in te schakelen met als adviesopdracht een mogelijke aandelenoverdracht te onderzoeken.
De or van de Nederlandse dochteronderneming is van mening dat hem hierover eerst advies had moeten worden gevraagd.
Oordeel Ondernemingskamer
De Ondernemingskamer wijst alle formele verweren af. Onder meer dat hij niet bevoegd zou zijn omdat het om een buitenlandse vennootschap gaat. Ook de stelling dat de adviesopdracht inmiddels is ingetrokken, neemt niet weg dat de procedure zich richt tegen het besluit tot het geven van de adviesopdracht. Daar heeft de or nog steeds belang bij.
De OK is van mening dat de buitenlandse vennootschappen als medeondernemer van de Nederlandse onderneming moeten worden beschouwd. Het feit dat de Nederlandse onderneming een belangrijke ‘asset’ is bij de verkoop, maakt dat een overname ook rechtstreeks zal ingrijpen in de Nederlandse onderneming.
Invloed op de Nederlandse onderneming
Tevens concludeert de OK dat de aandeelhouders stelselmatig invloed uitoefenen op de Nederlandse onderneming. Dit blijkt onder meer uit de wijze waarop de zeggenschap is vormgegeven via een board of directors waarin alle belangrijke strategische kernbeslissingen genomen worden. De statutair bestuurders van de Nederlandse onderneming hebben geen ruimte om belangrijke strategische beslissingen te nemen zonder (indirecte) goedkeuring van de aandeelhouders.
Dit leidt tot de conclusie dat het besluit tot het inschakelen van Goldman Sachs eerst ter advies aan de Nederlandse or had moeten worden voorgelegd en dat de mede-ondernemers opgedragen wordt om het besluit in te trekken.
Commentaar op het vonnis
Dit is de eerste keer dat de OK een besluit tot het inschakelen van een externe deskundige door buitenlandse aandeelhouders onder het adviesrecht van de Nederlandse ondernemingsraad brengt. Van belang is daarbij dat de Nederlandse onderneming een belangrijk onderdeel is van de groep die door de aandeelhouders verkocht gaat worden.
Adviesrecht wordt vaak vergeten
Doordat de aandeelhouders stelselmatig betrokken zijn bij de uitoefening van de zeggenschap over de onderneming, hebben zij ook rekening te houden met de positie van de Nederlandse ondernemingsraad. Voorafgaand aan het inschakelen van een externe deskundige die een opdracht krijgt die betrekking heeft op een van de in artikel 25 genoemde adviesplichtige besluiten, dient daarover advies gevraagd te worden aan de ondernemingsraad. Een adviesrecht dat vaak vergeten wordt.
Buitenlandse moeders moeten advies vragen
Deze uitspraak onderschrijft het belang van dit adviesrecht. Het biedt een ondernemingsraad de mogelijkheid om vooraf inbreng te hebben op de formulering van de adviesopdracht en om procedureafspraken te maken over hoe de or bij het verdere besluitvormingstraject betrokken zal worden. Onder bijzondere omstandigheden moeten ook buitenlandse moeders hierover advies vragen aan de or, zo maakt deze uitspraak duidelijk.
Gerechtshof Amsterdam (OK), 19 oktober 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:4156
Auteur Loe Sprengers is advocaat bij Sprengers Advocaten
Op WOR in de praktijk vind je alles wat je moet weten over het adviesrecht
Geef een antwoord