De wetswijziging in 2016 voor uitbreiding van het instemmingsrecht van de ondernemingsraad voor het pensioen wordt ‘als positief ervaren’, zo meldt minister Koolmees de Tweede Kamer. Maar pensioenfondsen zeggen de verschillende bevoegdheden verwarrend te vinden.
Sinds 1 oktober 2016 geldt volgens WOR art. 27 lid 7 het instemmingsrecht voor ondernemingsraden niet alleen bij vaststelling of beëindiging van een pensioenregeling, maar ook bij wijziging van de zogenaamde uitvoeringsovereenkomst.
Het instemmingsrecht geldt niet als het pensioen geregeld is in een cao, als een regeling van arbeidsvoorwaarden is vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan of als er sprake is van aansluiting bij een bedrijfstakpensioenfonds.
Minister Koolmees van het Ministerie van SZW heeft, twee jaar na de wetswijziging, gepeild hoe de uitbreiding van het instemmingsrecht bij onder meer verzekeraars, juristen en platforms van ondernemingsraden wordt beoordeeld . De wetswijziging wordt volgens Koolmees, ‘voor zover er ervaring mee is opgedaan’, als positief ervaren.
Koolmees zegt geen rechtszaken te kennen die de gewijzigde bevoegdheden betreffen.
‘Aandacht voor pensioenen lijkt te zijn toegenomen’
Volgens de minister zijn met de wetswijziging onduidelijkheden over de bevoegdheden van de ondernemingsraad met betrekking tot de uitvoeringsovereenkomst weggenomen, waardoor volgens hem de gesprekken tussen or en werkgever direct over de inhoud kunnen gaan. ‘Dit bevordert het proces. Ook lijkt de aandacht voor pensioenen bij zowel werkgevers als ondernemingsraden te zijn toegenomen’, aldus Koolmees.
Uit de peiling blijkt ook dat werkgevers en ondernemingsraden zich er niet altijd van bewust zijn dat, als de or heeft ingestemd met een wijziging van de uitvoeringsovereenkomst, ook de werknemer zelf er nog mee moet instemmen. Als pensioen en pensioenuitvoering bij cao geregeld zijn, is dit niet van toepassing.
Verwarring rond bevoegdheden
Het instemmingsrecht voor ondernemingsraden geldt als de uitvoering van de pensioenovereenkomst bij een pensioenfonds is ondergebracht. Pensioenfondsen melden dat ze dit verwarrend vinden vanwege de volgens Koolmees ‘vermeende samenloop’ van de or-bevoegdheden met de bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan of belanghebbendenorgaan.
Het pensioen is, als arbeidsvoorwaarde, een zaak van werkgevers en werknemers. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de pensioenuitvoerder. De or heeft nu ook een rol bij de uitvoeringsovereenkomst. Dit instemmingsrecht van de or gaat over de arbeidsvoorwaardelijke kant. Ondernemingsraden zullen volgens Koolmees dus ook vanuit een arbeidsvoorwaardelijke blik naar wijzigingen in de uitvoeringsovereenkomst kijken.
Het adviesrecht van het verantwoordingsorgaan of belanghebbendenorgaan richt zich op het handelen van het bestuur van het pensioenfonds, zo benadrukt Koolmees. Wanneer dit onderscheid in de bevoegdheden duidelijk voor ogen wordt gehouden, hoeft er volgens de minister geen verwarring over te ontstaan.
Or wetgeving en actualiteitendag op 26 maart: in één dag helemaal bij
De Or wetgeving en actualiteitendag op 26 maart 2020 brengt je helemaal op de hoogte van de nieuwe wet- en regelgeving en de laatste ontwikkelingen, waaronder pensioenen.
Bekijk het programma!
Geef een antwoord