Ongeveer 600 medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) verwijten de ambtelijke top in een interne brief de eigen doelstellingen voor meer personele diversiteit niet serieus te nemen. Belangrijke functies gaan nog vaak naar mannen, ten koste van vrouwen. De ondernemingsraad van BZ is opgetogen over de brief. ‘Diversiteit en inclusiviteit zijn topprioriteit voor de medezeggenschap.’
De ondertekenaars roepen in hun brief op tot een ‘fundamentele wijziging’ van het benoemingsbeleid. Dat beleid heeft alle schijn van een old-boys-network op BZ. Aanleiding voor de onrust is de benoeming van een nieuwe directeur-generaal politieke zaken, een van de topfuncties op het ministerie. Voor deze functie had de Algemene Bestuursdienst (ABD), die adviseert over topfuncties, in de selectieprocedure het sein op groen gezet een vrouwelijke opvolger. Totdat minister Wopke Hoekstra op de valreep alsnog voor een man koos. Formeel kan hij dat, maar zo’n actie is zeer ongebruikelijk wanneer de selectieprocedure eenmaal een kandidaat heeft opgeleverd.
- Tip! Welke gevolgen heeft het nieuwe Pensioenakkoord? Wat heb je als or te zeggen over hybride werkvormen? Welke veranderingen komen eraan op het gebied van arbo en arbeidsvoorwaarden? Laat je in één dag bijpraten: de OR Wetgeving en Actualiteitendag op 24 maart 2022.
Breder ongenoegen
Direct na de benoeming namen medewerkers het initiatief om in een brief hun ongenoegen over de gang van zaken te uiten. ‘Het probleem is veel breder,’ schrijven zij in hun brief, die overwegend door vrouwen is ondertekend, maar ook door ook hoge (mannelijke) diplomaten.
Topbanen bij BZ zoals belangrijke diplomatieke functies, ook op ambassades, gaan volgens de briefschrijvers vrijwel altijd naar mannen. En dat is strijdig met het beleid van het ministerie dat als doelstelling heeft om ook op ambassades meer vrouwen te benoemen. Ook in 2018 roerden medewerkers bij BZ zich in een brief naar toenmalig minister Blok over het benoemingsbeleid dat mannen bevoordeelt ten opzichte van vrouwen en medewerkers uit minderheidsgroepen. Vrouwen bij BuZa bekleden momenteel zo’n 25 procent van de hogere salarisfuncties.
Genoeg vrouwen beschikbaar
Het benoemingsbeleid is volgens de briefschrijvers ‘ook demotiverend voor al die jonge mensen die we jaarlijks aannemen. Binnen het ministerie zijn er meer dan genoeg ambitieuze capabele vrouwen, dus er is ook geen tekort aan vrouwen voor het invullen voor topposities. Bij gelijke geschiktheid worden de functies nog te vaak aan mannen gegeven terwijl vrouwen die solliciteren vaak niet geselecteerd worden door de afdelingsleiding en lijnmanagers. En als zich te weinig vrouwen voor topfuncties melden is het ministerie verplicht actief te scouten onder vrouwen. De vraag rijst hoe het mogelijk is dat er ondanks al die jaren van ‘positief’ beleid zo weinig concrete vooruitgang is geboekt. Het is tijd dat BZ zijn eigen doelstellingen serieus neemt. De enige weg vooruit is een cultuurverandering’.
Hoe is het mogelijk dat er ondanks al die jaren van ‘positief’ beleid zo weinig concrete vooruitgang is geboekt
Or-lid Cas van der Horst laat namens de or weten dat de medezeggenschap ‘verheugd is over de oproep van 600 collega’s aan de departementsleiding om meer te doen aan diversiteit en inclusie. Dat medewerkers zich er openlijk over uitspreken geeft aan dat ze zich betrokken voelen bij deze thematiek. Voor de or zijn diversiteit en inclusie in al hun facetten een topprioriteit. Wij spreken hierover geregeld met de departementsleiding, en blijven dat doen. De oproep van 600 collega’s is daarbij belangrijke input. Bij de secretaris-generaal is de boodschap luid en duidelijk overgekomen. Hij is bereid de handschoen op te pakken en meer resultaten te boeken.’
Carrièreperspectieven
Van der Horst maakt deel uit van de or-fractie namens de Vereniging Dienst Buitenlandse Zaken (VDBZ). Deze vereniging zegt te streven naar een duurzame instroom en carrièreperspectieven bieden voor nieuw aan te nemen jonge medewerkers. De VDBZ uit in zijn jaarverslag over 2020 ‘zorgen over de doorstroom, de verwachtingen waarmee collega’s worden binnengehaald. En ook over de mogelijkheden voor jonge collega’s om zich in breed, dus ook op een buitenlandse post te ontwikkelen in het vak van diplomatie (…). VDBZ roept op tot gelijkwaardigheid, eerlijke kansen en duidelijkheid voor collega’s met een opleidingstraject voor internationale beleidsmedewerker bij BZ dat aantrekkelijk en onderscheidend is.’
Lees ook:
- Diversiteitsbeleid: Op zoek naar een goed evenwicht
- Welk belang heeft de or bij diversiteit en inclusie?
- Inclusief werkgeverschap en de rol van de or
Secretaris-generaal Paul Huijts van BZ erkent tegenover NRC Handelsblad de onrust op het ministerie. ‘Er zijn al veel langer levende gevoelens over gebrek aan transparantie en eerlijke kansen in het plaatsingsproces. De onrust is aangejaagd door de algemene maatschappelijke discussie in combinatie met een aantal recente en lopende topbenoemingen. Deze onrust is er ook bij biculturele collega’s, bij lhbtiq+ collega’s en bij collega’s die menen niet tot de juiste netwerken te behoren. Hoewel iedere benoeming individueel wordt gewikt en gewogen, snappen we dat het totaalbeeld niet goed overkomt. Wij trekken ons dat aan.’ Minister Hoekstra heeft in een reactie laten weten de interne brief ‘van harte’ te onderschrijven.
Diversiteit en inclusiviteit voor de OR
Waarom moet de ondernemingsraad zich druk maken over diversiteit en inclusie? Meer, en vooral betere aandacht voor D&I laat de organisatie beter presteren, zorgt voor betere aansluiting op markten en klanten en maakt het bedrijf een nog interessantere werkgever. Daarnaast is er natuurlijk ook een morele en maatschappelijke businesscase, in het kader van duurzaamheid. Diversiteit en inclusiviteit voor de OR is daarom een opleiding van een dag die zich vele malen uitbetaalt. Dit jaar te volgen op 31 maart of 13 september 2022.
Geef een antwoord