Een organisatieadviesbureau met 70 medewerkers is bezig met een reorganisatie. Eén van de medewerkers ziet haar baan verdwijnen en wil via de ondernemingsraad (or) meebeslissen over de reorganisatie. Zij komt erachter dat er geen or is ingesteld voor het bedrijf. Volgens de bestuurder hoeft dat ook niet. De medewerker wil een or instellen. Er ontstaat een fors conflict tussen de medewerker en de bestuurder. De Bedrijfscommissie wordt gevraagd om te bemiddelen.
Voor de bestuurder gaat het instellen van een or een stap te ver. Hij heeft een beter idee om medezeggenschap in te vullen. Volgens hem worden medewerkers al regelmatig geïnformeerd over besluiten en kunnen zij altijd bij hem binnenlopen voor een goed gesprek. Dat ‘opendeurbeleid’ werkt volgens hem beter dan een or: het past bij de open cultuur van de organisatie en het hoge opleidingsniveau van de medewerkers. Bovendien heeft hij nooit van medewerkers gehoord dat zij deel willen nemen aan een or.
De WOR wordt niet nageleefd
De Bedrijfscommissie organiseert een zitting en luistert goed naar wat beide partijen te vertellen hebben. De commissie constateert dat de wet op de ondernemingsraden (WOR) niet wordt nageleefd in het organisatieadviesbureau. Met meer dan 50 medewerkers is het namelijk verplicht een or in te stellen. Dat is niet gebeurd en de bestuurder moet daarmee aan de slag.
De WOR geeft aan dat medewerkers niet alleen geïnformeerd moeten worden. Zij mogen ook meepraten en meebeslissen over belangrijke besluiten in de organisatie. Dat geeft hen meer invloed dan het opendeurbeleid van de bestuurder. Een or is niet alleen verplicht, maar ook een praktische en efficiënte vorm om meebeslissen mogelijk te maken. De bestuurder wordt geadviseerd om zijn organisatie meer bewust te maken van het belang van medezeggenschap en de inhoud en mogelijkheden van de WOR.
Als in een or-plichtige onderneming geen or is ingesteld kunnen zowel de betrokken vakbonden als iedere individuele werknemer bij de Bedrijfscommissie en bij de kantonrechter om de instelling van een or vragen: dat stelt artikel 36 lid 1 WOR. De Bedrijfscommissie kan bemiddelen en raad geven. De kantonrechter kan in zijn uitspraak opleggen een or in te stellen en met een dwangsom zijn uitspraak kracht bij zetten.