Een werkneemster bij een groot bedrijf op het gebied van HRM wordt geconfronteerd met een reorganisatie. Haar functie komt te vervallen. Op dat moment vraagt zij zich af waar zij terecht kan met haar vragen. Is er wel een ondernemingsraad in dit bedrijf? Het blijkt van niet, ondanks dat het bedrijf wettelijk verplicht is een or in te stellen. De werkneemster klopt daarom aan bij de bedrijfscommissie.
De bestuurder is zich ervan bewust dat er een or zou moeten zijn, maar stelt dat er te weinig animo onder de werknemers is. De werkneemster stelt zich op het standpunt dat de besluitvorming over de reorganisatie niet transparant is verlopen. Het ontbreken van een or maakt de situatie er niet beter op.
De bestuurder informeert de medewerkers wel regelmatig
Tijdens de zitting constateert de bedrijfscommissie dat de bestuurder de medewerkers wel regelmatig informeert over belangrijke zaken. De Wet op de Ondernemingsraden gaat echter een stuk verder dan slechts het informeren van de medewerkers en geeft hen het recht om medezeggenschap uit te oefenen. Dit omvat ook het meebeslissen over belangrijke bedrijfseconomische besluiten als een reorganisatie.
De bestuurder lijkt niet gevoelig voor de argumenten en geeft aan dat het bedrijf juist een open en laagdrempelige overlegcultuur kent. De werknemers worden goed geïnformeerd en gehoord en hebben dus feitelijk al medezeggenschap, aldus de bestuurder. De werkneemster herkent weliswaar het beeld van de open cultuur, maar voelt zich niet betrokken bij belangrijke besluitvorming, zoals over de reorganisatie.
Een vertegenwoordigend orgaan
De bedrijfscommissie adviseert de bestuurder en haar medewerkers om zich meer te verdiepen in het belang van goede medezeggenschap – meeweten, meepraten én meebeslissen – en het organiseren daarvan. In de praktijk blijkt dat het, vanaf een bepaalde omvang van de onderneming, voor de hand ligt om betrokkenheid van medewerkers te organiseren via een vertegenwoordigend orgaan.
Dat is efficiënter, gaat sneller en maakt het eenvoudiger om alle medewerkers te bereiken. Het blijkt dat deze behoefte vaak al ontstaat bij een omvang van circa 30 medewerkers. Dat is dus zelfs al eerder dan bij de ondergrens van 50 medewerkers die de Wet op de ondernemingsraden stelt.