Zelfs bij een besluit dat voor de ondernemingsraad naar alle waarschijnlijkheid aanvaardbaar is, dient de bestuurder het voorgenomen besluit ter advisering aan de OR voor te leggen.
Feiten
De OR van een busvervoerbedrijf adviseert negatief over het onderbrengen van een aantal bij Utrecht gelegen concessies bij de bestuurder van dochterbedrijf GVU. De onderneming neemt dit advies over. Hierna wordt het personeel geïnformeerd over de benoeming van de bestuurder van GVU als vierde concessiedirecteur en een daarmee samenhangende interne herverdeling van gebieden. De OR voelt zich gepasseerd en stapt naar de Ondernemingskamer.
Ondernemingskamer
De Ondernemingskamer stelt vast dat de ondernemer heeft erkend dat het bestreden besluit in strijd is met artikel 25 WOR, omdat het niet ter advisering aan de OR is voorgelegd. Zij betoogt echter dat het besluit minder verstrekkend is dan het eerder aan de OR voorgelegde besluit en juist in belangrijke mate aan de bezwaren van de OR tegemoet komt. In het algemeen betekent het niet vragen om advies op grond van artikel 25 WOR dat de ondernemer bij afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot zijn besluit heeft kunnen komen. Er is geen reden om in dit geval anders te oordelen, vindt de rechter.
Ook een mogelijk aanvaardbaar besluit laat onverlet dat de OR in de gelegenheid dient te worden gesteld om de aangedragen argumenten op hun waarde te schatten en daarover een standpunt te formuleren. De OR wordt in het gelijk gesteld.
Commentaar
Op grond van artikel 25 WOR heeft de OR adviesrecht ten aanzien van een belangrijke wijziging in de organisatie dan wel (her)verdeling van de bevoegdheden (sub e). Een wijziging in de topstructuur is adviesplichtig, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden. Daarvan is in dit geval geen sprake.
Indien geen advies wordt gevraagd dan wel wanneer het advies van de OR niet wordt opgevolgd, kan de OR de stap naar de Ondernemingskamer zetten. Deze toetst vervolgens of de ondernemer in redelijkheid tot het besluit heeft kunnen komen. Indien de OR geen advies is gevraagd terwijl vaststaat dat het op grond van artikel 25 WOR had moeten geschieden, wordt de OR meestal in het gelijk gesteld.
Geef een antwoord