Omdat een ondernemingsraad een budgetgrens heeft gekregen voor het inschakelen van een deskundige, krijgt de advocaat slechts een gedeelte van zijn facturen vergoed.
Feiten
Een advocaat die de ondernemingsraad van RAVZ heeft bijgestaan, vordert een bedrag van ruim 20.000 euro aan onbetaalde rekeningen. RAVZ weigert betaling omdat het bedrag het budget van de ondernemingsraad overtreft en omdat de facturen veel te hoog zijn in verhouding tot de verrichte prestaties.
Rechtbank
De regeling van artikel 22 lid 2 WOR is bedoeld om de ondernemer te beschermen tegen te hoge kosten, in die zin dat hij de omvang van de kosten ter advisering aan de bedrijfscommissie voor kan leggen. Vervolgens kan hij de redelijkheid en noodzakelijkheid daarvan ook nog door de burgerlijke rechter laten beoordelen, voordat hij de rekening moet betalen. RAVZ verkeerde in financieel zwaar weer toen de ondernemingsraad de deskundige inschakelde. Het was dan ook begrijpelijk dat het bedrijf de ondernemingsraad geen carte blanche wilde geven voor te maken kosten. Als de ondernemingsraad de gestelde bovengrens van het budget niet accepteerde, kon deze vooraf naar de bedrijfscommissie en eventueel daarna naar de rechter stappen. Ook had de ondernemingsraad kunnen berusten in de budgetgrens. Op het moment dat de kosten hoger uitvielen, had de OR contact moeten opnemen met de bestuurder. De ondernemingsraad heeft beide niet gedaan. De vordering wordt afgewezen.
Commentaar
Uit de wetsgeschiedenis van artikel 22 WOR blijkt dat bij de beantwoording van de vraag of kosten ‘redelijkerwijs noodzakelijk’ zijn niet alleen gelet wordt op het belang van het onderwerp en de hoogte van het bedrag, maar ook op de financiële draagkracht van de ondernemer.
In dit geval werd een budget gesteld. De ingeschakelde advocaat komt hierdoor van een koude kermis thuis: hij krijgt slechts een deel van zijn facturen vergoed.
Geef een antwoord