De or van Albert Heijn schrijft verkiezingen uit. De vakbonden menen dat de gehanteerde indeling in kiesgroepen onvoldoende garantie biedt op ‘evenredige’ vertegenwoordiging van het personeel.
Medio april 2012 heeft de or verkiezingen gepland. In januari 2012 worden de vakbonden uitgenodigd kandidaten te stellen. Zij willen echter eerst in overleg met de or, omdat de – in het or-reglement – gehanteerde kiesgroepen zouden leiden tot ondervertegenwoordiging van het winkelpersoneel en oververtegenwoordiging van leidinggevenden. Volgens de or moet echter niet gekeken worden naar personele aantallen, omdat het personeel van Albert Heijn voor 75% bestaat uit part-timers. Een zuivere toepassing van ‘one man one vote’ zou tot een wanverhouding leiden.
Nadat partijen in maart 2012 overleg hebben gehad, verzoeken de vakbonden bemiddeling van de bedrijfscommissie. Aangezien de bedrijfscommissie niet eerder adviseert dan medio april 2012 verzoeken de vakbonden de voorzieningenrechter om de or te veroordelen tot uitstel van de verkiezingen.
Oordeel Voorzieningenrechter (kort geding)
De or stelt dat zijn kiesgroepensysteem niet strijdig is met het uitgangspunt van evenredige vertegenwoordiging. Een voldoende cijfermatige onderbouwing ontbreekt echter.
Bovendien is het aanwijzen van kiesgroepen bedoeld om de vertegenwoordiging van zo veel mogelijk te onderscheiden functiegroepen werknemers in de or mogelijk te maken en niet om een gewenst ‘kwaliteits’beleid te voeren. De voorzieningenrechter sluit niet uit dat de bezwaren van de vakbonden gegrond worden verklaard in een bodemprocedure.
Toch wijst hij in kort geding – na een uitgebreide belangenafweging – de vordering(en) van de vakbonden af. Het gevorderde uitstel zou te veel ongewenste neveneffecten hebben. De geplande verkiezingen vallen bijvoorbeeld samen met de or-verkiezingen van alle ondernemingen die tot het Ahold-concern behoren. Voor de verkiezingen geldt één gezamenlijke campagne en direct na de verkiezingen start een cursus- en trainingsprogramma voor de nieuwe or-leden. Bij uitstel dient Albert Heijn het programma te annuleren, hetgeen tot aanzienlijke kosten leidt. Verder overweegt de voorzieningenrechter dat de vakbonden zeer kort voor de verkiezingen formeel bezwaar hebben gemaakt tegen een onweersproken sinds 1999 bestaande systematiek, zonder een concreet alternatief te presenteren. Bovendien verklaart Albert Heijn, die zich ter zitting voegt aan de kant van de or, dat zij zich niet zal verzetten tegen nieuwe verkiezingen indien het huidige kiesgroepensysteem in een bodemprocedure onaanvaardbaar wordt geoordeeld.
Commentaar
De or dient – voor zover nodig – voorzieningen te treffen opdat verschillende groepen van de in de onderneming werkzame personen zo veel mogelijk in de or vertegenwoordigd kunnen zijn. Als bepaalde groepen hun stem onvoldoende kunnen laten gelden bij or-verkiezingen kan een kiesgroepensysteem uitkomst bieden. Bij de inrichting van kiesgroepen heeft de or een grote vrijheid, mits gestreefd wordt naar ‘evenredige’ vertegenwoordiging. Hoewel de or van Albert Heijn ongetwijfeld de beste intenties heeft bij het hanteren van zijn kiesgroepensysteem, hebben in onderhavig geval enkel overige omstandigheden geleid tot afwijzing van de vordering(en) van de vakbonden. Deze omstandigheden spelen een minder grote rol in een bodemprocedure. Mogelijk krijgen de vakbonden in een bodemprocedure alsnog hun gelijk en zal de or opnieuw moeten worden gekozen, op basis van een vernieuwd kiesgroepensysteem.
Voorzieningenrechter Rechtbank Haarlem, 10 april 2012, LJN: BW3952
Auteur: Ilya Hoekerd, advocaat Baker McKenzie
Geef een antwoord