Het nuttig effect van de ondernemingsraad kan worden verbeterd door een betere communicatie tussen or en bestuurder (directeur) en een actievere rol om de participatie van de medewerkers op de werkvloer te bevorderen
Dit zijn enkele van de conclusies die De NV Medezeggenschap en CNV Vakmensen trekken uit een onderzoeksproject dat zij in 2012 hebben uitgevoerd samen met het ITS van de Radboud Universiteit Nijmegen. In dit project is de aandacht gericht op de menselijke factoren in de medezeggenschap.
Gedrag van de bestuurder
Het resultaat dat de or weet te boeken hangt grotendeels af van de opstelling en het gedrag van de bestuurder (directeur) met wie de or overleg voert. Betrekt hij of zij de or vroegtijdig bij onderwerpen die er toe doen, geeft hij ruim informatie en past hij de wettelijke bevoegdheden van de or ruimhartig toe? Maar het gaat niet alleen om de bestuurder. Ook het gedrag van de or zelf, van de overige leden van de directie en het management en van verschillende staffunctionarissen doet er toe. Tenslotte spelen de opstelling van de lagere leiding en de interesse bij de medewerkers ook een rol. Een goed netwerk door de hele organisatie versterkt de positie van de or.
Vertrouwen
In de praktijk blijkt dat de verwachtingen van or en bestuurder vaak niet goed overeenkomen. Men denkt het zelfde te willen, de or wil pro-actief zijn en de bestuurder graag wil dat de or meedenkt. Wanneer men verschillende dingen van elkaar verwacht, komt de or al snel met het verwijt dat men de bestuurder niet kan vertrouwen en dat de bestuurder vindt dat het de or aan overzicht of kennis ontbreekt. Ook de afdeling P&O is die mening nog wel eens toegedaan. Beter communiceren wat men precies wil en van elkaar verwacht, is toch erg moeilijk, zo concluderen De NV Medezeggenschap en CNV Vakmensen.
Bevorderen van directe participatie
Veel medewerkers vinden de OR belangrijk en men heeft er ook vertrouwen in, maar men wil wel meer gehoord worden. Animo om zelf lid te worden van de OR is er bij de meeste medewerkers niet. Veel medewerkers willen wel in een losser verband een steentje bijdragen. Dit gevoegd bij het gegeven dat in veel organisaties delegatie van taken en bevoegdheden richting de werkvloer toeneemt, levert de suggestie op dat de OR medewerkers meer moet betrekken bij de vragen waar de OR voor staat. Of anders gezegd om een hechtere koppeling tussen directe participatie en vertegenwoordigend overleg te maken.
Open bedrijfscultuur
In bijna alle organisaties voltrekken zich veranderingen, die hun weersleg hebben op het werk en de positie van de medewerkers. Vaak is het de directie die de veranderingen in gang zet en de OR daarin betrekt. Meer dan veel OR-en zich realiseren, moet de OR positie kiezen tussen het meegaan met veranderingen en het opkomen voor de belangen van degenen die van die veranderingen de dupe worden. In het algemeen is een open bedrijfscultuur, gericht op leren en op participatie van de medewerkers, gunstig voor de medezeggenschap. Ook moet er voldoende veiligheid zijn voor het uiten van meningen of kritiek.
Geef een antwoord