Het College bescherming persoonsgegevens heeft onlangs de ‘Beleidsregels cameratoezicht’ gepubliceerd in de Staatscourant. Deze beleidsregels vervangen de publicatie ‘Camera’s in het publieke domein’. Ze zijn ook van belang voor werkgevers en ondernemingsraden.
Informatieplicht
De algemene hoofdregel bij cameratoezicht is: informeer betrokkenen voordat ze worden gefilmd. Dat betekent dat vooraf duidelijk moet zijn dat er cameratoezicht plaatsvindt, met welk doel en wie ervoor verantwoordelijk is. Het is niet nodig om precies aan te geven waar camera’s zijn geïnstalleerd, wel in welk gebied cameratoezicht plaatsvindt. Zijn doel en verantwoordelijke duidelijk uit de context af te leiden, dan kan een bord met een symbool van een camera volstaan. De informatieplicht is niet absoluut en kan daarom buiten toepassing worden gelaten als dit in het het belang is van de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten.
Cameratoezicht werkvloer
Deze uitzonderingsgrond kan van toepassing zijn op een werkgever die heimelijk cameratoezicht instelt wegens (een redelijk vermoeden van) diefstal of fraude. In die situatie gelden wel de volgende voorwaarden:
- De werkgever moet alle werknemers in algemene termen vooraf informeren over de mogelijke inzet van heimelijk cameratoezicht in de toekomst.
- De ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging moet hebben ingestemd met een regeling over (heimelijk) cameratoezicht en de verwerking van de gegevens die dit oplevert.
- De werkgever moet de werknemers altijd achteraf informeren over het heimelijke cameratoezicht als hij daartoe daadwerkelijk is overgegaan. De informatieplicht herleeft namelijk zodra het heimelijke cameratoezicht niet meer noodzakelijk is in het belang van de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten. De werkgever moet de betrokkenen, bijvoorbeeld de (potentiële) dader en andere personeelsleden die zijn opgenomen, persoonlijk informeren.
Redelijk vermoeden
Een voorbeeld. Een transportonderneming heeft een redelijk vermoeden dat een chauffeur tijdens vervoer geregeld diefstal pleegt van lading uit zijn vrachtwagen. De onderneming stelt heimelijk cameratoezicht in voor de vrachtwagen waarin en de tijdstippen waarop deze werknemer de lading vervoert. Daarbij komen andere werknemers in beeld die helpen de lading te laden en lossen, en willekeurige voorbijgangers. Na afloop van het toezicht moet de onderneming álle werknemers die in beeld zijn gebracht informeren over de inzet van de heimelijke camera’s. Het is praktisch vrijwel niet haalbaar om alle willekeurige voorbijgangers ook op de hoogte te stellen. De onderneming hoeft dat in dit geval daarom niet te doen. Wel moet de onderneming de herkomst van de camerabeelden vastleggen.
Vernietigen
Overigens mogen bedrijven camerabeelden niet langer bewaren dan noodzakelijk voor het doel. Zijn de beelden niet of niet meer noodzakelijk om de kwestie met betrekking tot de diefstal af te handelen, dan moet de onderneming de beelden onmiddellijk vernietigen.
Geef een antwoord