Op de Sociale Media schijnt het noodzakelijk te zijn om aandacht te krijgen: zeker zijn van je zaak.
Artikelen, posts, stukjes met titels als ‘De 3 beste tips om nooit meer een stuurfout te maken’, ‘De 5 ergste blunders die de bijna-winaars maakten’, ‘De 7 slechtste adviezen ooit’ of ‘De 9 zekerheden tot succes’ schijnen het een stuk beter te doen dan wanneer je er geen superlatief of cijfer bij zet.
Als je dan druk aan de slag gaat om het te lezen, blijkt er nog wel eens iets op af te dingen te zijn. Meestal niet op het aantal, maar de garantie voor best, meest, gegarandeerd en ga zo maar door is vaak mager, zo niet arbitrair of zelfs objectief onjuist.
Waarom blijft dit dan zo komen, waarom blijven we het lezen? Misschien toch het verlangen naar een quick win, een hoofdprijs in de loterij (hoewel die ook objectief gezien met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid aan je neus voorbij zal gaan) of gewoon gemakzucht? Zelf denk ik wel een beetje het laatste. We moeten al zoveel keuzes maken, dan is het soms wel makkelijk gewoon even niet na te denken en mee te gaan met de grote schreeuwers.
Ik kom hier op omdat er nog wel eens wordt gevraagd naar een lijstje met tips en trucs die altijd werken, bij adviezen, bij onderhandelingen, bij wat dan ook. Ja, ook in de medezeggenschapswereld komt dit voor. Ik geloof daar eerlijk gezegd niet zo in, zal er dan ook niet snel in meegaan.
Toch, om u als lezer niet te zeer teleur te stellen (of te staven in uw verwachting) wil ik best proberen een paar tips te geven voor een adviestraject. Vijf durf ik best aan, maar let wel, ik geef geen garantie dat ze bij opvolging ook succesvol zullen zijn.
Tip 1: Elk traject is uniek
Besef je goed dat elk traject weer uniek is. Uniek ten opzichte van eerdere trajecten in de organisatie. Zeker uniek ten opzichte van elk ander traject in een andere organisatie. Een adviestraject is altijd afhankelijk van tijd, tijdstip en de mensen die ermee te maken hebben. Een blauwdruk is er dan ook niet, let altijd op de verschillen en benoem die ook.
Tip 2: Advies is advies, geen instemming
De WOR geeft bij artikel 25 aan dat de ondernemingsraad advies mag geven. Wat mij betreft het mooiste dat er is. Je kunt er van alles in kwijt, als het maar wel relevant is. Het gaat er echt niet om of je een positief of een negatief advies geeft. Dat is immers maar arbitrair. Dat wat de één positief vindt, vindt de ander misschien wel heel negatief. Het gaat er uiteindelijk om wat er mee wordt gedaan.
Tip 3: Doe het samen
Vaak lijkt het alsof er tussen or en bestuurder geen contact mag zijn tussen aanvragen van advies en het geven van advies. Alsof je punten verspeelt bij communicatie. Volgens mij is er dan iets niet in de haak in de medezeggenschap. Dat gaat toch om het beste voor de (mensen in de) organisatie. Dat gaat toch niet om wie er wint of verliest? De meest succesvolle adviestrajecten die ik tegen kom beginnen al ruim voordat er een adviesaanvraag wordt neergelegd. Immers, wat is er op tegen om alvast met elkaar in gesprek te gaan als er een probleem opduikt, om samen mogelijke oplossingen te bedenken, om samen voors en tegens af te wegen? Zeker als je goede afspraken maakt over de uiteindelijke verantwoordelijkheden die er uiteindelijk ook zijn.
Tip 4: ‘Samen’ is ook aan or en achterban en or en externen
De Oor heeft een verantwoordelijkheid om een zo goed mogelijk advies te geven. Hiervoor kunnen (en moeten) ze de eigen expertise gebruiken, maar ook die er nog meer te krijgen is (als dat nuttig is). Besef je wel dat bestuurders ook vaak externen gebruiken als ze het zelf niet helemaal weten.
Tip 5: Ga bij twijfel af op je gevoel
Weinig wetenschappelijk, maar jullie, als medezeggenschappers, voelen meestal wel goed aan wat goed is. Zet dat dan ook maar gewoon in je advies, ook als je het verder niet ‘objectief’ kunt onderbouwen. Toch?
Drs. Servaas Beunk is als zelfstandig trainer/adviseur verbonden aan Merlijn Mede-zeggenschap.
E-mail: info@denieuwegrens.nl
www.denieuwegrens.nl
Geef een antwoord