In sommige bedrijven bepalen werknemers zelf wanneer en hoeveel vakantie ze opnemen. Het staat in schril contrast met bedrijven die de vakantieperiode voor alle werknemers vastleggen. Waar de organisatie ook voor kiest, zonder instemming van de or komt geen vakantieregeling tot stand.
Waar moet de ondernemingsraad op letten bij een vakantieregeling? Ten eerste mag geen enkele regeling ingaan tegen de wet. Het aantal vakantiedagen dat wordt toegekend, is daarom niet instemmingsplichtig. Artikel 634 van het Burgerlijk Wetboek (boek 7) bepaalt dat werknemers recht hebben op ten minste vier keer het aantal uren dat zij per week werken. Zo kunnen zij ieder geval vier weken vakantie per jaar opnemen. Werknemers mogen hun vakantiedagen ook in losse uren opnemen.
Ook in een cao kunnen bindende afspraken zijn gemaakt over vakantierechten. De werkgever moet deze in acht nemen.
Instemmingsrecht ondernemingsraad
Wat valt dan wel onder het instemmingsrecht? Artikel 27 lid 1 WOR geeft de ondernemingsraad geen instemmingsrecht over het aantal vakantiedagen, maar wel over de regeling die vaststelt hoe en wanneer werknemers hun vakantiedagen of -uren opnemen. Deze regeling moet dan wel gelden voor alle of een groep personen die in de organisatie werkzaam zijn. De ondernemer kan deze regeling niet wijzigen of intrekken zonder instemming van de or.
Raadpleeg de achterban
Vakantie is vaak belangrijk voor werknemers. Een wijziging van de vakantieregeling is dan ook bij uitstek een onderwerp om de achterban over te raadplegen. Het kan zijn dat het de ondernemer heel goed uitkomt om het bedrijf gedurende bepaalde periodes te sluiten, maar als voor dat besluit volstrekt geen draagvlak bestaat onder de medewerkers, kan dat voor problemen zorgen.
Wat als de bestuurder instemmingsrecht negeert?
Wanneer een bestuurder toch besluit de regeling aan te passen zonder instemming van de ondernemingsraad, kan de or schriftelijk een beroep doen op de nietigheid van dit besluit. Wil de ondernemer het besluit toch uitvoeren, dan moet hij de kantonrechter vragen te verklaren dat de or ten onrechte een beroep heeft gedaan op de nietigheid zoals bedoeld in lid 5, artikel 27 WOR.
Op WOR in de praktijk vind je alles wat je moet weten over het instemmingsrecht
Jaarplanning of vakantieregeling?
Een voorbeeld hiervan speelde in 2014/2015 bij het Deltion College in Zwolle. Het schoolbestuur wilde de jaarplanning voor de studenten wijzigen. Met ingang van het schooljaar 2015-2016 zou een schooljaar bestaan uit twee semesters, zodat het onderwijs gelijkmatiger over het schooljaar kon worden verdeeld. De studentenvakantie zou voortaan elke zomer plaatsvinden in de weken 27 tot en met 33.
Het besluit werd met de beste bedoelingen genomen, maar het probleem was dat een gefixeerde studentenvakantie ook gevolgen heeft voor de docenten. Zij mogen volgens de cao hun vakantie alleen opnemen in in periodes waarin voor hen geen directe onderwijstaken staan ingeroosterd. Volgens de ondernemingsraad was de nieuwe jaarplanning daarom instemmingsplichtig. Omdat het bestuur geen instemmingsverzoek had gedaan, deed de or een beroep op de nietigheid van het besluit.
Deltion vocht de nietigheid aan om drie redenen: (1) de or heeft zich in het verleden neergelegd bij het standpunt van Deltion dat de vaststelling van het onderwijsjaarplan niet instemmingsplichtig is, (2) het genomen besluit had niet tot doel een vakantieregeling voor docenten vast te stellen en (3) de vakantieregeling van docenten vloeit niet voort uit het besluit maar uit hun arbeidsovereenkomst en de van toepassing zijnde cao.
De kantonrechter oordeelde echter dat het besluit wel degelijk de vakantieregeling van de docenten vaststelde danwel wijzigde en dat het daarom dus onder het instemmingsrecht van de ondernemingsraad viel.
ECLI:NL:RBOVE:2015:830
Chaos in de bus
Ook als de ondernemingsraad wel instemt met een vakantieregeling, is dat geen garantie dat het goed gaat. Het is belangrijk dat een vakantieregeling rekening houdt met de continuïteit van de organisatie.
In augustus 2015 werd de dienstregeling van busmaatschappij Breng ernstig verstoord. Er waren zo veel mensen op vakantie dat de maatschappij kantoorpersoneel op de bus moest zetten om de reizigers nog enigszins te kunnen bedienen. De directie verdedigde zich tegen boze klanten en de lokale politiek door te zeggen dat de ondernemingsraad had ingestemd met de vakantieregeling.
Meer lezen over dit onderwerp? Lees ook:
- Help vakantie!
- Hoe zit dat met verplichte vrije dagen?
- Jurisprudentie: Geen vakantieregeling zonder instemming
- Or boekt succes in strijd tegen vaste zomervakantie
- Cor bouwbedrijf stemt in met inleveren atv
- In overleg met or mag schildersbedrijf langer dicht
Je leert alles over de rechten en plichten van de or in de basiscursus medezeggenschap
Geef een antwoord