Tijdens een overlegvergadering met de bestuurder kan een gesprek een andere wending krijgen. Als or-leden even in verwarring zijn en eigenlijk onderling willen overleggen, maar een vergadering niet kunnen afbreken, moeten zij iets anders doen. Non-verbaal communiceren kan dan een oplossing zijn.
Door Frank van Marwijk
De ondernemingsraad heeft zich goed voorbereid op de overlegvergadering met de bestuurder. De mening die de ondernemingsraad heeft over de agendapunten is bij iedereen helder, en ook is afgesproken wie wat zal gaan zeggen. Plotseling krijgt het gesprek echter een andere wending. De bestuurder reageert niet zoals verwacht.
Hoe bereik je de anderen zonder te spreken?
Je wilt reageren, maar kan dat wel zonder de andere or-leden te raadplegen? Fluisteren naar elkaar met een zachte stem van achter je hand is erg opzichtig en in zo’n bijeenkomst niet zo handig. Hoe bereik je de anderen zonder te spreken?
Je kunt misschien even een oogje toeknijpen, je wenkbrauwen optrekken of een pruillip maken om subtiel je mening aan een ander or-lid te laten weten. Zo’n non-verbaal onderonsje kan zeer bepalend zijn voor het verloop van de vergadering. In dit artikel leer je fluisteren met lichaamstaal.
Non-verbale onderonsjes hebben gewoonlijk de volgende bedoelingen:
- De opinie van de anderen peilen
- De opinie van de anderen beïnvloeden
- Steun voor een nieuwe inzichten zoeken
- Geheime informatie met elkaar uitwisselen
- De inbreng van een ander or-lid aanmoedigen
- Een spreker sturen en ondersteunen in zijn woorden
- Een spreker de mond snoeren (als het dreigt mis te gaan)
- Elkaar moreel ondersteunen (als de vergadering grimmig wordt)
De bedoeling bij het uitwisselen van geheime boodschappen in lichaamstaal is dat de betrokken or-leden elkaars boodschap begrijpen, maar de bestuurder juist niet. Het is dus vooral de kunst om het ongemerkt te doen. De brenger van de boodschap moet door middel van subtiele signalen communiceren op het moment dat de bestuurder even niet kijkt, of tekens geven die de bestuurder niet kan waarnemen of kan begrijpen.
Waar ga je zitten?
Je kunt bewust een bepaalde plek aan tafel kiezen voor dit stille contact. Je kunt een or-lid dat direct naast je zit onder de tafel een por geven om hem aan te sporen eens iets te zeggen. Ook kun je hem zo tot de orde roepen als hij iets verkeerds zegt.
Je kunt even je duim opsteken naast je stoel om hem te complimenteren, zonder dat de bestuurder dat ziet. De afstand is geschikt om met zachte geluidjes je mening te kunnen delen. Je kunt bijvoorbeeld even zachtjes klakken met je tong of zuchten als je je ergert.
Toch is de uitwisseling van geheimtaal vanaf die plek beperkt. Je kunt de ander zijn gezicht niet gemakkelijk lezen of zelf met onopvallende mimiek je standpunt laten blijken. De stille communicatie wordt daardoor eenrichtingsverkeer. Het is meestal slimmer om tegenover, of schuin ten opzichte van de ander te gaan zitten. Je kunt elkaar dan aankijken en met subtiele mimiek op elkaar reageren.
Praten met je ogen
De ogen zijn de belangrijkste hulpmiddelen bij het delen van geheimpjes aan de vergadertafel. Alleen al het feit of je een ander or-lid aankijkt, of niet, is veelzeggend. Met je ogen kun je een ander or-lid betekenisvolle signalen geven zonder dat de bestuurder die in de gaten heeft.
Bij het delen van geheimpjes is de knipoog het duidelijkst, maar om deze reden kun je die maar beter niet te opzichtig toepassen als je stiekem je mening wilt delen. Als je de knipoog toch wilt gebruiken, moet je die alleen tonen met een geringe vertrekking van je oogspieren. Zo kun je bijvoorbeeld subtiel een compliment geven aan een or-lid dat net iets goeds heeft gezegd.
Met een snelle blik, heen en weer van een or-lid naar de bestuurder en weer terug naar het or-lid, kun je wijzen. Je kunt draaien met je ogen, wat zoiets als ‘O jee!’ betekent. Je kunt even omlaag blikken waarmee je te kennen geeft dat iets tegenvalt. Je kunt een or-lid tot de orde roepen door hem iets langer dan gemiddeld aan te staren met samengeknepen ogen.
De taal van de wenkbrauwen
Je ogen worden bijgestaan door je wenkbrauwen in hun taak stille boodschappen met andere or-leden te delen. De signalen die je met de wenkbrauwen geeft, kunnen opvallend zijn, dus het is verstandig ze alleen als hulpmiddel te gebruiken als de bestuurder wegkijkt.
Door je wenkbrauwen op te trekken kun je een verrassing laten blijken. Om dat niet te veel te laten opvallen, kun je dit gebaar het best zéér snel maken. Lenige or-leden kunnen één wenkbrauw optrekken, zodat dat maar vanaf één kant is te zien.
Als je je wenkbrauwen optrekt en tegelijkertijd je mondhoeken omlaag, duidt dat op een tegenvaller – een onaangename verrassing: ‘Nou ja zeg!’ Fronsen met het vooruitsteken van de onderlip duidt op irritatie: ‘Zeg dat nou niet!’ Ook dit signaal moet je kort en bijna opvallend maken.
Zwijgzaam je mond laten spreken
Je gezicht is hét medium om gevoelens te communiceren en dat kan nog onopvallend ook. Je kunt je ontevredenheid aan een ander or-lid overseinen, door even je onderlip op te trekken. Je kunt onopvallend een lichte glimlach laten zien één kant van je mond, terwijl je met je hand je mond bedekt aan de kant van de bestuurder. Je twijfel kun je laten zien door even de mondhoeken naar beneden te trekken, wat minder opvalt dan het optrekken van je schouders.
Onmerkbare gebaren maken
Het kan opzichtig zijn om te gebaren naar een or-lid aan de andere kant van de tafel. Om te voorkomen dat de bestuurder dat als onderonsje beschouwt, kun je dat gebaar maken zonder de ontvanger direct aan te kijken, maar daarvoor moet je eerst contact maken.
Kijk daarvoor eerst naar de ander en trek zijn aandacht. Kijk dan weg, terwijl je subtiel het gebaar maakt en kijk dan opnieuw naar de ander om te zien of hij je boodschap ontvangen heeft. Houd daar wat tijd tussen om het minder opvallend te laten zijn.
Zorg er wel voor dat je nuttige informatie uitwisselt. Als de bestuurder te lang aan het woord is, kun je beter niet je irritatie laten blijken door gebaren te maken als:
- Trommelen met de vingers: ‘Wat duurt dit lang!’
- Blazen en met je hand over je voorhoofd wrijven: ‘Ik ben het zat!’
- Met je hand op de open mond tikken: ‘Dit is vermoeiend zeg!’
- Op je horloge tikken: ‘Is hij nou nog niet klaar?’
- Of je ogen sluiten en je hoofd voorover laten zakken: ‘Ik val in slaap!’
De vraag is of dit nuttige informatie biedt. Als de bestuurder dit ziet, zal dat de relatie weinig ten goede komen.
Woordenloze communicatie herkennen
In veel bijeenkomsten worden non-verbale onderonsjes gehouden. Soms worden er hele conversaties gevoerd zonder te spreken. De ene persoon kijkt de ander aan en trekt zijn wenkbrauwen op: ‘Wist jij dit?’
De ander antwoordt door zijn mondhoeken naar beneden te buigen: ‘Nee, ik vind dit raar!’, enzovoorts.
Opvallend zijn de vaak lange pauzes tussen ‘vraag’ en ‘antwoord’ om de dialoog niet te laten opvallen.
Onderonsjes tussen bestuursleden
Ook de bestuurder kan gebruik maken van non-verbale ruggenspraak, bijvoorbeeld met een ander bestuurslid. Het is belangrijk dat de ondernemingsraad deze subtiele onderonsjes tussen bestuurders leert herkennen. Zo krijg je een idee of de bestuurder wellicht informatie achterhoudt, die blijkbaar interessant is. Het geeft je meer inzicht in waarmee de bestuurder zich bezighoudt.
Als je de bestuurder ziet fluisteren met lichaamstaal zou je hem daar iets over kunnen vragen, maar dat is niet altijd tactisch. De reden waarom een meningsuiting is verpakt in een geheime boodschap is namelijk nooit voor niets.
Als je de bestuurder dwingt om daar woorden aan te geven, zegt hij wellicht iets anders dan hij werkelijk denkt. Je krijgt dan een sociaal wenselijk antwoord, en mensen komen niet zo snel terug op hun woorden als ze die eenmaal hebben uitgesproken. Sla vooral op wat je ziet en gebruik die informatie nuttig.
Frank van Marwijk, Bodycom Lichaamscommunicatie lichaamstaal.nl
Dit is een samenvatting van een artikel dat eerder in OR en communicatie werd gepubliceerd.
Lees ook:
Medezeggenschap is topsport
Veranderingen, onderhandelingen, wijzigingen in de Arbowet, je achterban betrokken houden; hoe houd je alle ballen in de lucht? Kom naar de Landelijke or-dag op 20 juni en leer hoe je jouw or voorbereidt op de toekomst.
Geef een antwoord