Ambtenaren moeten hun pauze registreren door middel van een kloksysteem. De ondernemingsraad heeft geen instemmingsrecht over een feitelijke verandering in deze registratieregeling.
De registratieregeling is namelijk neergelegd in de arbeidsvoorwaardenregeling en die wijzigt niet. Dat in de praktijk al jarenlang werd afgeweken van die regeling, leidt niet tot een wijziging van de regeling als de ondernemer besluit om de schriftelijke regeling weer toe te gaan passen.
De feiten
Voor ambtenaren in een gemeente geldt een kloksysteem. Zij moeten hun werk- en pauzetijden in principe registreren door te klokken. Volgens de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente wordt een fictieve pauze van dertig minuten gerekend als de ambtenaar geen pauze opneemt, deze niet registreert of onvoldoende registreert.
In 2008 is het de vraag of ook een pauze van dertig minuten moet worden geregistreerd als een ambtenaar die een pauze klokt die kleiner is dan dertig minuten. De ondernemingsraad geeft instemming op wijziging van de regeling: als de ambtenaar de pauze niet registreert, zal een fictieve pauze gelden van dertig minuten.
De arbeidsvoorwaardenregeling wijzigt niet, de registratie wel
In alle andere gevallen zal de feitelijke pauzetijd worden geregistreerd. Hierop neemt de gemeente echter geen besluit. De arbeidsvoorwaardenregeling wijzigt dus niet, maar in de praktijk wijzigt de registratie wel. Sinds 2008 wordt namelijk de feitelijke pauzetijd geregistreerd als de ambtenaar een kortere pauze dan dertig minuten neemt.
Via intranet deelt de bestuurder eind 2016 mee dat de pauzetijden per 1 januari 2017 weer zullen worden berekend zoals in de arbeidsvoorwaardenregeling is vastgelegd. Dat houdt in dat een fictieve pauze van dertig minuten wordt berekend als geen pauze of een korte pauze wordt genomen.
De ondernemingsraad stelt zich op het standpunt dat dit een instemmingsplichtig besluit is, omdat het een wijziging is van de feitelijke klokregeling. ((Zie artikel 27 lid 1 sub b WOR). De ondernemingsraad roept de nietigheid in.
De ondernemingsraad verzoekt de kantonrechter om voor recht te verklaren dat er sprake is van een besluit tot vaststelling of wijziging van een arbeids- en rusttijdenregeling en dat het besluit nietig is. Ook verzoekt de ondernemingsraad om de gemeente te verbieden om uitvoering te geven aan het besluit.
Oordeel kantonrechter
De kantonrechter constateert dat de arbeidsvoorwaardenregeling in 2008 niet is gewijzigd. Dat blijkt ook wel uit een recente versie van de arbeidsvoorwaardenregeling, waarmee de ondernemingsraad in 2011 nog zonder voorbehoud heeft ingestemd. Er is dus geen sprake van wijziging van een regeling.
Dat in de praktijk al jarenlang van de regeling werd afgeweken, maakt dit niet anders. Zelfs niet als de klokregistratie voor sommige ambtenaren gunstige arbeidsvoorwaardelijke effecten heeft gehad. Dat moet dan in het georganiseerd overleg worden geregeld of via individueel contact met de ambtenaren.
Kortom, er is geen sprake van wijziging van een regeling en er is daarmee geen sprake van een instemmingsrecht. De vraag of de klokregeling wel een arbeids- en rusttijdenregeling is, hoeft dus niet meer te worden beantwoord. De kantonrechter wijst alle verzoeken van de ondernemingsraad af.
Aantekening
De ondernemer heeft instemming van de ondernemingsraad nodig voor elk voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een arbeids- en rusttijdenregeling.
Wat is dan een regeling? Het moet gaan om een besluit van algemene strekking, herhaaldelijk toepasbaar. Een regeling hoeft niet op schrift te staan, maar kan ook uit de praktijk blijken. Zo kan de cao een bepaalde werktijdenregeling bevatten die wordt uitgewerkt in de praktijk. Zelfs als die feitelijke uitvoering niet op schrift staat, kan er wel degelijk een regeling bestaan.
In dit geval liepen de schriftelijke regeling en de feitelijke regeling uiteen. De vraag is in hoeverre het verschil maakt dat deze casus zich afspeelt bij een gemeente, en dus in het publiek recht. De Gemeentewet geeft namelijk aan welk orgaan een bepaald besluit mag nemen.
Bovendien moet een besluit in het bestuursrecht op de juiste manier bekend worden gemaakt, voordat het in werking kan treden. Dergelijke eisen kent het civiele recht niet.
Kantonrechter Maastricht 31 mei 2017, zaaknummer 5704034 OV VERZ 17-25
K.M.J.R. Maessen, De Voort Advocaten | mediators in Tilburg
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Rechtspraak voor Medezeggenschap.
Lees ook:
Medezeggenschap op koers
Hoe blijft de medezeggenschap op koers om een relevante bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van de organisatie? Kom naar het congres Medezeggenschap op koers en leer alles over veranderende organisaties en de rol van de or. Met inspirerende plenaire verhalen, praktijkgerichte workshopsessies, praktijkcases, discussierondes en een informatiemarkt.
Geef een antwoord