Een politieambtenaar wil van de functie van generalist naar senior (bevordering). Daarvoor is vereist dat ten minste 80% van zijn competenties als ‘uitstekend’ worden beoordeeld. De politieambtenaar scoort op twee competenties slechts voldoende, maar de Centrale Raad van Beroep vindt dat deze competenties als ‘uitstekend’ hadden moeten gewaardeerd.
Dat blijkt namelijk uit de toelichting bij de beoordeling en een brief van de leidinggevende. De politieambtenaar voldoet aan het bevorderingsvereiste en wordt met terugwerkende kracht aangesteld als senior.
Feiten
Een politieambtenaar vraagt om bevordering van functie van generalist (schaal 7) naar Senior Gebiedgebonden Politie (GGP), schaal 8. Voor een bevordering geldt als eis dat er sprake is van ‘vakmanschap blijkend uit een recente beoordeling boven de norm met daarin opgenomen verwachte geschiktheid voor Senior GGP’.
Dit vereiste volgt uit het loopbaanbeleid uit de circulaire Harmonisatie arbeidsvoorwaarden politie tweede tranche (HAP II), maar wat is een beoordeling ‘boven de norm’?
Binnen de organisatie is dit na overleg met de ondernemingsraad vastgesteld. Beoordeling boven de norm houdt in dat 80% van de beoordeelde competenties de score uitstekend (score 4) moet hebben.
Is er in dit geval dan aan deze bevorderingseis voldaan? In maart 2013 vindt een eerste beoordeling plaats. Medio 2013 laat de politieambtenaar direct aan zijn leidinggevende weten dat hij in aanmerking wil komen voor bevordering.
In verband hiermee maakt de leidinggevende een nieuwe beoordeling op, die in november 2013 wordt vastgesteld. Deze laatste beoordeling vermeldt dat de politieambtenaar de verwachte geschiktheid heeft voor de functie van Senior GGP.
75% van de competenties hebben de score uitstekend
In eerste instantie beoordeelt de leidinggevende alle competenties met score 4 (uitstekend), maar deze scores komen niet helemaal overeen met de scores in de eerste beoordeling over dezelfde periode. Na een gesprek met de beoordelingsautoriteit stelt de leidinggevende daarom de scores op de competenties ‘analytisch vermogen’ en ‘organiseren van werk’ bij van een 4 naar 3 (voldoende).
Dat betekent dat 75% van de competenties de score uitstekend hebben. In de begeleidende brief schrijft de leidinggevende dat zij daar moeite mee heeft, omdat er weinig of geen aandachtspunten zijn. Zij geeft aan dat zij in de eerste beoordeling meer heeft gekeken naar punten waarop de politieambtenaar zich tijdens de opleiding kon richten. Daarom zijn toen een paar lagere scores gegeven.
Vervolgens vraagt de politieambtenaar om bevordering. De korpschef van de politie wijst dit af. De bezwaren van de politieambtenaar verklaart de korpschef vervolgens ongegrond. De politieambtenaar gaat in beroep tegen het besluit.
Oordeel rechtbank
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit. De rechtbank voorziet zelf in de zaak.
De rechtbank merkt de beoordeling aan als een beoordeling boven de norm. Alle competenties hadden een score 4 moeten krijgen, gelet op de motivering van de leidinggevende. De rechtbank stelt dus vast dat alle competenties met een 4 zijn gewaardeerd.
De rechtbank wijst de bevorderingsaanvraag toe met ingang van de datum waarop de politieambtenaar aan alle voowaarden voldeed, maar niet eerder dan 1 november 2010. De politieambtenaar wordt dus aangesteld als Senior GGP. Tegen deze oordelen stelt de korpschef hoger beroep in.
Oordeel Centrale Raad van Beroep
Het is aan de politieambtenaar om aannemelijk te maken dat de waardering van zijn competenties niet op voldoende gronden berust. De beoordeling hoort niet afhankelijk te zijn van het doel ervan. In dit geval blijkt uit de toelichtingen bij de competenties ‘analytisch vermogen’ en ‘organiseren van werk’ dat er op het functioneren van de politieambtenaar niets is aan te merken. Dat blijkt ook uit de visie van de leidinggevende.
Hiermee maakt de politieambtenaar aannemelijk dat de waardering van deze competenties met een 3 niet op voldoende gronden berust. Dit had een 4 (uitstekend) moeten zijn.
Uit het voorgaande volgt dat de politieambtenaar op alle competenties ‘uitstekend’ heeft gescoord en dus voor 100% met een 4 is gewaardeerd, zodat hij voldoet aan de voorwaarde van een beoordeling ‘boven de norm’. Niet in geschil is dat hij ook voldoet aan de andere voorwaarden voor bevordering. Kortom, hij komt in aanmerking voor bevordering naar Senior GGP.
Het hoger beroep van de korpschef slaagt niet. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aantekening
Het ‘wezen’ gaat voor de schijn. Dat komt goed naar voren in deze zaak. De toelichting bij de beoordeling en de brief van de leidinggevende geven namelijk aan dat er in feite niets aan te merken is op het functioneren van de politieambtenaar.
De politieambtenaar kan hierdoor aannemelijk maken dat de cirkels rond score 3 niet op voldoende gronden berusten. Dat is in dit geval de sleutel voor bevordering. Aan de 80%-regel mag namelijk niet worden getornd. Ook niet als het eindoordeel van een beoordeling wel boven de norm is, maar de 80% net niet wordt behaald. De regel is immers helder en blijft binnen de grenzen van een redelijke beleidsbepaling.
Bevorderingsbeleid is instemmingsplichtig
Een regeling op het gebied van bevorderingsbeleid is instemmingsplichtig (Art 27 lid 1 WOR) tenzij dit uitputtend is geregeld in de cao of in een redelijk van arbeidsvoorwaarden, vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan.
Centrale Raad van Beroep, 2 maart 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:908
Mr. K.M.J.R. Maessen, De Voort Advocaten | mediators in Tilburg
Dit artikel is eerder gepubliceerd in Rechtspraak voor Medezeggenschap.
TIP! Steeds vaker kan per onderneming eigen arbeidsvoorwaardenbeleid worden gemaakt. Leer alles over bevoegdheden van de ondernemingsraad op het gebied van arbeidsvoorwaarden tijdens de opleiding Or & Arbeidsvoorwaarden
Geef een reactie