Zijn alle medewerkers in staat mee te bewegen met de veranderingen in de organisatie? Zijn ze lichamelijk en geestelijk in staat het werk vol te houden? De ondernemingsraad kan beleid op het gebied van duurzame inzetbaarheid stimuleren, door invloed uit te oefenen op de inzet van arbo-instrumenten.
Door Geraldo Kumeling
Organisaties moeten voortdurend inspelen op alle veranderingen en ontwikkelingen. Dat vraagt om wendbaarheid en flexibiliteit, en dus ook van de mensen die er werken.
Als medewerkers bijvoorbeeld moeite hebben met het omgaan met nieuwe technologie, kan dat ten koste gaan van de kwaliteit van werk, de efficiëntie van processen of de sfeer binnen de organisatie. Het is goed te beseffen dat, met alle veranderingen op de arbeidsmarkt, organisaties en medewerkers meer en meer aandacht moeten besteden aan hun inzetbaarheid.
Inzetbaarheid in kaart brengen
Het is daarom steeds belangrijker om in kaart te brengen hoe inzetbaar de medewerkers zijn en welke inzetbaarheidsvraagstukken er nu en in de nabije toekomst spelen:
- Medewerkers die door alle ontwikkelingen stress krijgen en daardoor uitvallen
- Medewerkers die niet meer beschikken over de juiste kennis
- Oudere medewerkers die het werk lichamelijk niet meer volhouden
- Afnemend werkplezier door hoge werkdruk en alle veranderingen
- Medewerkers die boventallig zijn en een andere baan buiten de organisatie moeten vinden
- Medewerkers die de combinatie tussen werk en privé lastig vinden door bijvoorbeeld mantelzorg
- Meer financiële problemen bij medewerkers
De kwaliteit van het werk neemt af naarmate de gezondheid, motivatie en onderdelen van werk-privé balans ongunstiger zijn. Het brengt ook risico’s met zich mee.
Aanwijsbare risico’s
Denk bijvoorbeeld aan een medewerker die slecht slaapt vanwege privéproblemen of stressklachten, maar de volgende dag wel een snijmachine moet bedienen, of als chauffeur de weg op moet. Dat zijn direct aanwijsbare risico’s.
Enig idee hoe het plaatje voor jullie organisatie eruitziet? En welke kostenreductie en opbrengsten mogelijk zijn door werk te maken van duurzame inzetbaarheid?
Handen en voeten geven aan duurzame inzetbaarheid
Organisaties die in de praktijk handen en voeten geven aan duurzame inzetbaarheid, starten gewoonlijk met bewustwording rondom dit thema. Centraal staat de vraag ‘waarom vitaliteit en inzetbaarheid?’.
Een scherpe analyse over de toegevoegde waarde van duurzame inzetbaarheid voor de organisatie, kan aangrijpingspunten opleveren om eraan te werken. Objectieve en valide meetinstrumenten en enquêtes zijn een belangrijke bron van informatie. Maar dan moeten wel de juiste vragen worden gesteld.
Inzet van arbo-instrumenten
Duurzame inzetbaarheid gaat niet alleen over gezondheid maar ook over motivatie, vakbekwaamheid en werk-privé balans. De ondernemingsraad kan beleid op het gebied van duurzame inzetbaarheid stimuleren, door invloed uit te oefenen op de inzet van arbo-instrumenten, zodat alle vier de invalshoeken informatie opleveren.
Gerichte inzet van deze instrumenten kan de vitaliteit van de medewerkers zichtbaar maken. Dit vormt een belangrijk startpunt in de dialoog met HR en directie en biedt aanknopingspunten om echt te werken met beleid voor duurzame inzetbaarheid.
Niet ieder arbo-instrument geeft voldoende inzicht. Aanpassen is dan ook noodzakelijk. Want alleen wat je kunt meten valt te verbeteren.
Veilig en gezond werken, hoe pak je dat aan? Kom naar de Studiedag Arbo voor de or op 12 december 2019. Met inspirerende voorbeelden, recent onderzoek en workshops waarmee je je kennis op Arbo-gebied weer up to date kan brengen.
Geef een antwoord