De Tijdelijke Reorganisatie Medezeggenschapscommissie (TRMC) van het Korps Mariniers heeft het College voor Geschillen Medezeggenschap Defensie advies gevraagd over het voornemen tot verhuizing van de marinierskazerne van Doorn naar Vlissingen. Het besluit tot verhuizing heeft gevolgen voor circa 4.500 defensiemedewerkers. De partijen verschillen van mening over de vraag of de behoeftestelling en de outputspecificatie voor de nieuw te realiseren kazerne in Vlissingen adviesplichtig is.
Zo ja, dan vraagt de Medezeggenschapscommissie het College om uit te spreken dat het besluit (tot verhuizing) in redelijkheid niet tot stand heeft kunnen komen omdat het project procedureel niet juist is doorlopen, en omdat niet of onvoldoende rekening is gehouden met de input van de medezeggenschap. De nieuwe kazerne kan op basis van de huidige zogenoemde ‘outputspecificatie’ niet ‘fit for purpose’ zijn.
Het primaat van de politiek
Bij brieven van 10 april 2012 en 31 augustus 2012 heeft de minister van Defensie de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn keuze om een nieuwe marinierskazerne, de Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne (MARKAZ), te realiseren op de locatie Buitenhaven bij Vlissingen.
Daarmee zou de huidige marinierskazerne in Doorn, de Van Braam Houckgeestkazerne, VBHKAZ) sluiten. Het besluit tot verhuizing heeft gevolgen voor circa 4.500 Defensiemedewerkers met standplaats Doorn, waaronder in ieder geval circa 2.300 mariniers.
Het besluit van de minister om de marinierskazerne in Vlissingen te realiseren staat in deze procedure op zichzelf niet ter discussie. Dit besluit is genomen op politiek niveau, en valt dus onder het primaat van de politiek. Hierdoor is geen formele medezeggenschap mogelijk met betrekking tot dit besluit.
Medezeggenschap kan dus uitsluitend betrekking hebben op besluiten die vervolgens zijn genomen door het bevoegde gezag ter uitvoering van het besluit ten principale (de hoevraag).
De nieuwe kazerne moet niet alleen voldoende ruimte bieden voor de activiteiten van de huidige populatie mariniers, met inbegrip van hun trainings- en opleidingscentrum en ondersteunende diensten, maar ook aan een marechaussee-eenheid (KMAR) en aan gasteenheden.
De kazerne moet toekomstbestendig en duurzaam zijn
De MARKAZ moet toekomstbestendig en duurzaam zijn, en rekening houden met een mogelijke (tijdelijke) uitbreiding van de bezetting met vijftig procent.
In het instellingbesluit is ten aanzien van de medezeggenschap vastgelegd dat de TRMC het overleg voert over de aangelegenheden met betrekking tot de verhuizing van het personeel naar de marinierskazerne in Vlissingen, waaronder tevens inbegrepen de aangelegenheden betreffende het woon-, werk- en leefklimaat. Voorts is hierbij bepaald dat de commandant Marine Training Command/Groepsoudste Mariniers (HDE) wordt aangemerkt als de overlegpartner van de TRMC.
De TRMC heeft het College om advies gevraagd ten aanzien van het voornemen tot verhuizing van de marinierskazerne van Doorn naar Vlissingen. De partijen verschillen van mening over de vraag of de behoeftestelling en/of de outputspecificatie ten behoeve van de nieuw te realiseren kazerne in Vlissingen adviesplichtig is.
Zo ja, dan vraagt de TRMC het College uit te spreken dat het besluit tot verhuizing in redelijkheid niet tot stand heeft kunnen komen omdat het traject procedureel niet juist is doorlopen, en omdat niet, dan wel onvoldoende, rekening is gehouden met de input van de TRMC.
De kazerne is niet ‘fit for purpose’, laat staan duurzaam, modern en toekomstbestendig. De TRMC stelt voorts dat sprake is van een reorganisatie, en dat de Uitvoering Reorganisaties Defensie (URD) moet worden toegepast. De HDE betwist dit.
Oordeel College
Op dit laatste punt stelde het College vast dat het bevoegde gezag heeft gekozen voor de instelling van een TRMC, waartoe men overgaat indien sprake is van een reorganisatie, volgens artikel 7 BMD. Het bevoegde gezag stelt echter ook dat de reorganisatie slechts betrekking heeft op de opheffing van de ondersteunende dienstverlening vanwege de uitbesteding van dienstverlening en de positionering van het kazernecommando bij het CWC, hetgeen de medezeggenschap in Zeeland bevoegd zou maken tot behandeling.
Aangezien de besluitvorming over het kazernecommando mogelijk (ook) gevolgen heeft voor arbeidsplaatsen van militairen, ligt het naar het oordeel van het college echter voor de hand dat de TRMC wordt aangewezen als bevoegd tot het uitoefenen van medezeggenschap ter zake.
De medezeggenschap is veel te laat betrokken geraakt
Ook op een aantal andere punten krijgt de medezeggenschap het gelijk aan zijn zijde van het College. Het College overweegt onder meer dat de medezeggenschap veel te laat betrokken is geraakt bij dit proces en dat het bevoegde gezag hiervoor primair verantwoordelijk is.
Verder is er onvoldoende overleg en dialoog geweest en is participatie in de stuurgroep en via expertgroepen op geen enkele wijze gelijk gesteld met medezeggenschap op grond van het BMD. Tevens is de informatievoorziening onvoldoende geweest, en is er sprake van een vastgelegde toezegging dat de TRMC inzage krijgt in de volledige outputspecificatie. Tenslotte is het adviesrecht van de TRMC (dus) niet beperkt tot artikel 29 lid 1 sub d BMD.
De behoeftestelling als zodanig is niet adviesplichtig
TRMC krijgt echter niet op alle punten gelijk. Het College stelt ook vast dat de behoeftestelling als zodanig niet adviesplichtig is. De behoeftestelling is op politiek niveau bepaald en gelet op het bepaalde in artikel 29 BMD dus niet adviesplicht, zo stelt het College.
De outputspecificatie is de concrete vertaling van de behoeftestelling (wat moet er allemaal geregeld worden?). Als zodanig hoeft dit instrument niet of niet geheel adviesplichtig te zijn. Wel is het daarom van belang dat de TRMC in de gelegenheid wordt gesteld de outputspecificatie en alle relevante informatie in dat kader door te nemen zodat zij kennis kan nemen van de inhoud ervan en op basis van deze informatie haar positie kan bepalen.
Het College schaart de behoeftestelling dus onder het primaat van de politiek, en perkt de adviesbevoegdheid van de TRMC op de outputspecificatie fors in.
Aantekening
De behoeftestelling is op politiek niveau bepaald, zo stelt het College, en gelet op het bepaalde in artikel 29 lid 2 onder a BMD daarom niet adviesplichtig. De behoeftestelling is onderdeel van het Defensie Materieel Proces. Dit proces is ontworpen teneinde de Tweede Kamer en de departementale leiding te voorzien van informatie over de benodigde materiële voorzieningen.
Deze opvatting van het politiek primaat lijkt in lijn met een aantal recente beschikkingen van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Over een aantal van deze beschikkingen zal de Hoge Raad zich nog moeten uitlaten omdat er juist betreffende dit punt van het politieke primaat cassatie is ingesteld bij de Hoge Raad. De vraag is of de politiek zich, ten koste van de medezeggenschap, tot een dergelijk detailniveau met de materie moet inlaten.
Zeer beperkt aan de medezeggenschap onderworpen
Het woon- en leefklimaat en de personele gevolgen van de reorganisatie voor zover deze betrekking hebben op de inrichting van de kazerne in Vlissingen, zou daarmee slechts zeer beperkt aan de medezeggenschap onderworpen zijn.
Dat komt de kwaliteit van de besluitvorming niet altijd ten goede, zoals recentelijk bijvoorbeeld de aanschaf van verkeerde speedboten door Rijkswaterstaat laat zien.
Let op
Het betreft hier een eigensoortige procedure inzake de medezeggenschap bij Defensie. Deze procedure mondt uit in een advies van het College voor Geschillen Medezeggenschap Defensie. Dit advies wordt door het College uitgebracht aan de Commandant der Zeestrijdkrachten. De uitspraak van het College is derhalve niet bindend.
Artikelen 7 en 29 lid 1 onder d en lid 2 onder a Besluit Medezeggenschap Defensie (BMD). College voor Geschillen Ministerie van Defensie, 13 juli 2018.
Mr. L.J.M. van Westerlaak, Sprengers Advocaten Utrecht.
Dit artikel is gepubliceerd in Rechtspraak voor Medezeggenschap.
Lees ook:
Or wetgeving en actualiteitendag: in één dag helemaal bij
De Or wetgeving en actualiteitendag op 26 maart 2020 brengt je helemaal op de hoogte van de nieuwe wet- en regelgeving en de laatste ontwikkelingen. Kennis die van belang is voor je dagelijkse or-praktijk.
Bekijk het programma!
Uit de tekst … positionering van het kazernecommando bij het CWC, hetgeen de medezeggenschap in Zeeland…
CWC moet zijn CDC: Commando DienstenCentra. Een defensie onderdeel dat tegenwoordig DOSCO heet (Defensie Ondersteuningscommando).
Arjen Rozendal
AFMP Sectorhoofd Marine