Om koers te houden moet de ondernemingsraad zijn speelruimte kennen. Welke initiatieven en adviezen zijn haalbaar? Daarvoor is veel informatie nodig. Het informatierecht gaat dan ook ver. Maar de bevoegdheden worden niet altijd benut.
Door Hans van den Hurk
Wie wat langer in de wereld van de medezeggenschap actief is, raakt wel gewend aan vreemde redeneringen. Zowel van bestuurders als van ondernemingsraadsleden. Toch sta je nu en dan toch nog versteld.
Menig or klapwiekt van verbazing als hij dat hoort
Op het absurde af
Mij overkwam dat enige tijd geleden, toen een bestuurder weigerde om de financiële stukken aan de or te geven. Op zich al opmerkelijk, maar de argumentatie was op het absurde af. De bestuurder was ervan overtuigd dat de or niet in staat was de cijfers correct te interpreteren. Dus zou het verstrekken van de cijfers maar tot onrust en verkeerde conclusies leiden.
De or morde, maar liet het er tenslotte bij zitten. Hij wilde de relatie met de bestuurder goed houden. In de weken daarna heb ik me diverse malen afgevraagd wat nu vreemder was: de bestuurder die zijn or als vanzelfsprekend schoffeerde, of de or die deze gemankeerde relatie ‘goed’ noemde, en zich omwille van het behoud daarvan liet kleineren.
De or heeft recht op zeer veel informatie
Het recht op informatievoorziening in de WOR gaat ver. Ofwel: de or heeft recht op zeer veel informatie. Het is daarbij de gewoonte om onderscheid te maken tussen gevraagde en ongevraagde informatie. Met ‘ongevraagde informatie’ bedoelen we dat de bestuurder gehouden is om die spontaan te geven.
Om welke informatie gaat het dan?
Basisinformatie. In de eerste plaats gaat het om de basisinformatie: aangeven welke rechtsvorm de onderneming heeft (BV, NV, Stichting en dergelijke) en de statuten van de onderneming.
Verder om gegevens betreffende de ondernemer en de toezichthouder, en over de ondernemer of instelling waarmee de onderneming ‘duurzame betrekkingen onderhoudt die van wezenlijk belang kunnen zijn voor het voortbestaan van de onderneming’. Deze gegevens moeten aan het begin van iedere zittingstermijn worden verstrekt, en ook als er veranderingen in optreden tijdens de zittingstermijn (art. 31.2, 31.3).
Financiële informatie. Eveneens ongevraagd moet de ondernemer minstens twee keer per jaar de financiële gegevens over de onderneming verstrekken. Daarbij gaat het om de jaarrekening en het jaarverslag. De jaarrekening bestaat uit de balans en de verlies- en winstrekening (ook wel resultatenrekening genoemd) en een toelichting op beide. Meestal maakt ook een kasstroomoverzicht deel uit van de financiële jaarstukken (art. 31a).
Sociale informatie. Eenmaal per jaar moet de bestuurder sociale informatie verstrekken. Daarbij gaat het om het gevoerde en te voeren sociale beleid, aantallen medewerkers en aantallen uitzendkrachten.
Wat betreft de toekomst moet de ondernemer vertellen welk beleid hij voornemens is te voeren ten aanzien van de aangelegenheden die genoemd staan in artikel 27, artikel 28 en 29.
Artikel 27 somt alle aangelegenheden op waarbij de bestuurder, als hij daar een besluit over wil nemen, instemming van zijn or moet vragen. Artikel 28 geeft de or een stimulerende taak in – onder meer – de naleving van de arbeidsvoorwaarden.
- Lees ook: Waakzame or: meer doen met artikel 28
Als de bestuurder een adviesopdracht wil geven aan een deskundige buiten de onderneming over een aangelegenheid die staat in artikel 27.1, moet hij dat de ondernemingsraad ‘zo spoedig mogelijk’ vertellen (31c).
De klap op de vuurpijl is art. 31d. Daarin staat kort en goed dat de ondernemer tenminste eenmaal per jaar informatie moet geven over de beloning (loon en andere geldelijke arbeidsvoorwaarden) van de diverse groepen in de onderneming, inclusief bestuurders en commissarissen. Menig or klapwiekt van verbazing als hij dat hoort.
Gevraagde informatie. Tot nu toe ging het alleen om ongevraagde informatie. Het wetsartikel dat de gevraagde informatie regelt, is van een grote schoonheid. In de wet staat eenvoudig dat de ondernemer verplicht is om de or desgevraagd alle gegevens te verstrekken die deze voor de vervulling van zijn taak nodig heeft (art. 31.1).
Eenmaal of tweemaal per jaar
Het geven van ongevraagde informatie hoort vrijwel altijd eenmaal of tweemaal per jaar te gebeuren. Waarom? Dat hangt samen met de verplichting om tweemaal per jaar de ‘algemene gang van zaken’ te bespreken (art. 24).
- Lees ook: Haal meer uit het Artikel 24-overleg
De gedachte achter het bespreken van de algemene gang van zaken is om, los van de hectiek van alledag, het middellange termijnbeleid te bespreken. Er ligt dus een logische koppeling tussen het moment waarop de ongevraagde informatie wordt verstrekt en de bespreking van de algemene gang van zaken.
Op die wijze kan de or gefundeerd en geschraagd over het middellange termijnbeleid overleggen. Onder de bespreking van de algemene gang van zaken vallen ook de besluiten die de bestuurder in voorbereiding heeft, in ieder geval de besluiten die onder het advies- of instemmingsrecht vallen.
Hoe de medezeggenschap het beste aangehaakt kan worden
Daarbij hoort besproken te worden hoe de medezeggenschap het beste aangehaakt kan worden op deze besluiten. Zo kan voorkomen worden dat de or door plannen tot bezuiniging of reorganisatie wordt overvallen.
Alleen… ook de wettelijke regel dat twee keer per jaar de algemene gang van zaken besproken moet worden, wordt in veel gevallen niet nageleefd. In mijn ervaring is de naleving hiervan het beste bij de overheid en de niet-commerciële dienstverlening, en tamelijk slecht in de marktsector en de zorg.
In mijn eigen praktijk ken ik niet één ondernemingsraad die alle informatie die ongevraagd moet worden versterkt, inderdaad spontaan krijgt. In veel gevallen krijgt de or die zelfs gevraagd nog niet.
Is dat erg?
Is dat erg? Ja, want de or die niet over dezelfde informatie beschikt als de bestuurder, kan in feite zijn werk niet goed doen. Hoe kun je immers beoordelen of een bestuurdersbesluit verstandig is, als je niet weet op welke gronden dat besluit genomen wordt?
Dit artikel van Hans van den Hurk is eerder gepubliceerd in OR magazine
Lees ook:
Deze eendaagse masterclass wordt gegeven in samenwerking met de Erasmus Universiteit.
Geef een antwoord