Aan de ondernemingsraad komt advies- en instemmingsrecht toe op grond van artikel 25 en 27 WOR. Wanneer is een individuele or bevoegd om, ten aanzien van een voorgenomen besluit, zijn rechten uit te oefenen wanneer de onderneming op meerdere lagen medezeggenschap kent?
Op de Rijnstraat 8 te Den Haag is een rijkskantoorpand gevestigd. Hier zijn zowel medewerkers van het Kerndepartement Infrastructuur en Waterstaat (KDP), als medewerkers van drie andere bedrijfsonderdelen van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) werkzaam.
IenW kent een gelaagde medezeggenschapsstructuur: het gehele departement IenW is vertegenwoordigd in een Departementale Ondernemingsraad (Dor) waar twintig separate ondernemingsraden onder vallen. Een van deze ondernemingsraden is de or KDP. Deze or bezit 13,5 procent van het stemrecht in de Dor (ofwel 3 van de 14 zetels).
Discussie over de vraag welk orgaan bevoegd is
Binnen de medezeggenschap is er discussie over de vraag welk orgaan bevoegd is ten aanzien van voorgenomen besluiten over het rijkskantoorpand. De or KDP is van mening dat hij bevoegd is omdat hij de meerderheid vertegenwoordigt van de medewerkers die daar werken.
De or KDP verzoekt de kantonrechter daarom te bepalen dat de ondernemer gehouden is besluiten betreffende Rijnstraat 8 te Den Haag, uitsluitend ter advies en/of instemming aan de or KDP voor te leggen.
Artikel 35 WOR
Artikel 35 lid 1 WOR geldt als uitgangspunt bij de beantwoording van de vraag welk medezeggenschapsorgaan bevoegd is ten aanzien van een voorgenomen besluit. Hierin is neergelegd dat in een Gor of Cor ‘uitsluitend aangelegenheden worden behandeld die van gemeenschappelijk belang zijn voor alle of voor de meerderheid van de ondernemingen waarvoor zij zijn ingesteld’.
De Dor wordt in deze gelijkgesteld aan een Gor. Het is afhankelijk van de inhoud van het voorgenomen besluit, hoe de toepassing van artikel 35 WOR in deze situatie uitpakt.
Besluit met gemeenschappelijk belang
Indien het gaat om een besluit met gemeenschappelijk belang voor de meerderheid van de betrokken ondernemingen binnen IenW, dan verkrijgt de Dor het advies- of instemmingsrecht. Als dit niet het geval is, dan komt deze bevoegdheid aan de lagere, betrokken or’s, dan wel aan een van hen toe.
De kantonrechter oordeelt dan ook dat het verzoek van de or KDP moet worden afgewezen. Alleen ten aanzien van besluiten waardoor alleen de medewerkers van KDP geraakt worden, zal deze or uitsluitend bevoegd zijn.
Rechtbank Den Haag, 11 juni 2019, ECLI:NL:RBDHA:2019:6004
Ester Damen, advocaat bij Kennedy Van der Laan, ester.damen@kvdl.com
Kom naar hét Or Communicatie Event
Leer tijdens het Or Communicatie Event op 8 oktober hoe je door betere communicatie je invloed als or kunt vergroten.
Bijvoorbeeld in de workshop Vergroot je netwerk, je invloed groeit!
Geef een antwoord