De Arbowet geldt voor alle ondernemingen, groot en klein. Maar juist kleinere bedrijven blijken te worstelen met hun arboverplichtingen. Met de ondernemingsraad vaak als een roepende in de woestijn. Toch kan een or een stevige basis leggen voor verbetering.
Door Koen Langenhuijsen
Belangenvereniging MKB Nederland is bezorgd over het stijgende ziekteverzuim bij het midden- en kleinbedrijf. Cijfers van arbodienst ArboNed laten zien dat het ziekteverzuim binnen het mkb de afgelopen twee jaren is opgelopen van 3,4 naar 3,8%.
Gebrek aan menskracht en tijd
Voornaamste oorzaken zijn psychische belasting en klachten aan het bewegingsapparaat. De twee organisaties geven aan dat een gebrek aan menskracht en tijd een belangrijke factor is bij het stijgend verzuim: ‘Mkb-bedrijven zijn druk met hun dagelijkse werkzaamheden. Zaken als arbobeleid, gezond leven en aandacht voor het voorkomen en terugdringen van verzuim komen daardoor soms lager op de prioriteitenlijst.’
Verder signaleert men dat de taakverdeling op het gebied van arbo en verzuim regelmatig tekortschiet.
Een goede aanleiding om drie belangrijke pijlers van het arbobeleid eens tegen het licht te houden. Welke problematische situaties komen specifiek in het mkb voor als het gaat om de preventiemedewerker, de RI&E en bedrijfshulpverlening?
De preventiemedewerker
Een preventiemedewerker hoort voldoende tijd, deskundigheid en een juiste plek in de organisatie te hebben om zijn taken naar behoren uit te kunnen voeren. Op grond van de RI&E moet een werkgever op deze drie terreinen afgewogen keuzes maken, zo schrijft de wet voor.
Vaak schort het in het mkb juist daaraan. Uit de praktijk blijkt dat men nogal eens kiest voor de gemakkelijkste weg: een functionaris in de organisatie krijgt er gewoonweg de preventietaken bij. Doorgaans is dat een manager van een afdeling of van de Technische Dienst.
Gaandeweg blijkt dat de beschikbare tijd en deskundigheid tekortschieten. Van preventie en arbobeleid komt dan weinig terecht. In zo’n geval wordt menig or van het kastje naar de muur gestuurd. De werkgever wijst de or bij arbokwesties door naar de preventiemedewerker en die blijkt vervolgens geen tijd of kennis te hebben om daar goed op te reageren.
RI&E
Speciaal voor mkb-bedrijven zijn er in tientallen sectoren digitale RI&E-instrumenten ontwikkeld, die geheel gericht zijn op de specifieke arboknelpunten in de eigen sector. Zonder inschakeling van een arbodienst kan een bedrijf dan zelf een RI&E uitvoeren.
Maar als een mkb-bedrijf dat doet alleen om aan de wettelijke verplichting te voldoen, is de R&E bij voorbaat gedoemd te mislukken. Dan ontstaan er ongewenste constructies waarbij de preventiemedewerker in z’n eentje en in korte tijd alle vragen van het digitale RI&E-instrument van de sector invult. Of, nog erger, die klus wordt uitbesteed aan een stagiair.
Grote kans dat het uiteindelijke RI&E-rapport niet wordt herkend en ook niet wordt gedragen door de leidinggevenden en medewerkers op de werkvloer. Het rapport verdwijnt vervolgens in de la. Een gemiste kans om arboknelpunten op te sporen en aan te pakken.
Bedrijfshulpverlening
Een onderzoek door Stichting Bedrijfshulpverlening Nederland van enkele jaren geleden laat een zorgelijk beeld zien. Bijna de helft van de onderzochte mkb-bedrijven bleek niet op de hoogte van de arboverplichting om gedurende de gehele openingstijd minstens één bedrijfshulpverlener aanwezig te hebben.
Van de bedrijven die wel op de hoogte waren van deze verplichting, ging 1 op 5 ervan uit dat kort verlof of ziekte uitzonderingsgevallen zijn, en een BHV-er dan mag ontbreken. Volgens de Arbowet zijn er echter geen uitzonderingen op de aanwezigheidsplicht. ‘De vele regels, wetten en verplichtingen lijken voor onduidelijkheid te zorgen onder mkb’ers,’ aldus de stichting.
Naar beter arbobeleid: tips voor de ondernemingsraad
De personeelsomvang van een bedrijf alleen is niet bepalend voor de kwaliteit van het arbobeleid. Er zijn immers mkb-bedrijven die zaken als RI&E, BHV en preventiemedewerker prima geregeld hebben. Dat laat zien dat or en pvt in kleinere bedrijven niet kansloos zijn bij hun streven naar een goed arbobeleid.
1: Maak een eigen analyse
Maak als medezeggenschap eerst een eigen analyse van de arbo-situatie in het bedrijf. En pak dan één thema op dat in de praktijk een voorname factor is waardoor de arbo-aanpak niet goed van de grond komt. Dat kan een matige RI&E zijn of een niet-functionerende preventiemedewerker.
2: Een nijpend concreet arboknelpunt kiezen
Misschien is het goed om eerst een nijpend concreet arboknelpunt te kiezen, dat laat zien dat er in het bedrijf arboverbeteringen nodig en mogelijk zijn. Breng bij de werkgever niet alleen het probleem goed onderbouwd ter sprake, maar kom ook met een haalbare oplossingsrichting.
3: Stap in de rol van wegwijzer
Houd rekening met een gebrek aan tijd en kennis aan werkgeverszijde en stap in de rol van wegwijzer, zonder dat de hele uitwerking op het bord van de or komt. Dat blijft een werkgeverstaak.
4: Zoek een voorbeeldregeling of -oplossing
Wel kan het handig zijn om op internet of bij een ander bedrijf een voorbeeldregeling of -oplossing op te pikken en die voor te leggen. En laat ook zeker de voordelen voor de werkgever zien.
5: Bedrijfshulpverlening op orde krijgen
Denk verder mee over creatieve oplossingen om bedrijfshulpverlening op orde te krijgen, bijvoorbeeld door samenwerking met buurbedrijven. Maak afspraken over tijdsbesteding en benodigde opleiding voor de preventiemedewerker.
6: Betrek medewerkers bij het beantwoorden van RI&E-vragen
Gebruik bij een nieuwe RI&E het instemmingsrecht om vooraf met de werkgever af te spreken dat leidinggevenden en werknemers uitgebreid worden betrokken bij het beantwoorden van de RI&E-vragen en bij het aanwijzen van werkbare oplossingen. Dan is een stevige basis voor verbetering gelegd.
Wat zegt de wet?
In de Arboregelgeving speelt de omvang van een bedrijf of instelling nauwelijks een rol. Het overgrote merendeel van de Arboregels is van toepassing op alle ondernemingen. Enkele uitzonderingen betreffen ondernemingen met minder dan 25 werknemers:
Daar mag de werkgever zelf de taken van de preventiemedewerker op zich nemen, als hij daarvoor voldoende deskundigheid en ervaring heeft.
Ook hoeft men daar een rapport van een zelf uitgevoerde RI&E niet voor te leggen aan een gecertificeerde toetser. Maar dat geldt alleen als men gebruik gemaakt heeft van een voor de sector erkend RI&E-instrument.
Koen Langenhuysen is or-trainer bij Fijn Werk, info@fijn-werk.nl
Dit artikel is eerder gepubliceerd in OR magazine.
Studiedag Arbo voor de or
Veilig en gezond werken, hoe pak je dat aan? Kom naar de Studiedag Arbo voor de or op 12 december 2019. Met inspirerende voorbeelden, recent onderzoek en workshops waarmee je je kennis op Arbo-gebied weer up to date kan brengen.
Geef een antwoord