In het kader van een adviestraject in 2017 over herfinanciering, stelt de ondernemingsraad als voorwaarde dat de ondernemer de structuurregeling moet gaan toepassen. Terecht of niet?
Dit houdt onder andere in dat er een raad van commissarissen moet komen met ten minste in de wet geregelde bevoegdheden en waarvan ten minste 1/3de van de leden op voordracht van de or benoemd moeten worden.
De termijn wordt niet gehaald
De ondernemer gaat in het besluit tot herfinanciering hiermee akkoord, waarbij een termijn tot in principe 1 januari 2019 wordt gesteld om dit praktisch te kunnen regelen.
Eind 2018 wordt duidelijk dat die termijn niet wordt gehaald. Daarop gaat de ondernemingsraad alsnog in beroep tegen het besluit tot herfinanciering uit 2017, omdat de toezegging niet is nagekomen.
Ondernemingskamer
De OK bepaalt dat uit het woordgebruik ‘in principe’ valt af te leiden dat de in het besluit genoemde datum in redelijkheid moet worden begrepen als een streefdatum en dat de ondernemer zich zou inspannen die termijn te halen.
De OK verklaart de or niet ontvankelijk in zijn beroep, omdat met het besluit uit 2017 het adviestraject over de herfinanciering is afgerond, inclusief de toezegging. Wat daarna is gebeurd moet worden bezien in het licht van de uitvoering van het besluit.
Commentaar
Een ondernemingsraad kan in beroep binnen een maand nadat hem een besluit is meegedeeld dat afwijkt van het advies. Een tweede mogelijkheid om in beroep te gaan is als er sprake is van nieuwe feiten, die voor de or aanleiding zouden zijn geweest een ander advies uit te brengen dan hij heeft gedaan.
Nieuwe ontwikkelingen zijn geen nieuwe feiten en leveren geen grond op om alsnog naar de Ondernemingskamer te gaan. Het gaat erom of de ondernemer zaken niet met de or heeft gedeeld. Dan ontstaat achteraf nog de mogelijkheid om tegen een besluit in beroep te gaan.
Als or en bestuurder afspraken zouden hebben gemaakt
Het zou anders zijn indien or en bestuurder in het kader van een adviestraject hierover afspraken zouden hebben gemaakt, bijvoorbeeld in een door beide partijen ondertekend document. Dan is de or contractpartij en kan hij de nakoming daarvan vorderen op grond van de algemene geschillenregeling bij de kantonrechter.
Of daarmee de uitkomst anders zou worden is de vraag: ook dan zou het gaan om de vraag of de ondernemer een inspanningsverplichting is aangegaan, en of deze is nagekomen. Maar de or zal dan in ieder geval wel ontvankelijk worden verklaard.
Gerechtshof Amsterdam, OK, 11 april 2014, ECLI:NL:GHAMS:2019:1474
Loe Sprengers, advocaat bij Sprengers Advocaten te Utrecht.
Lees ook:
WOR, uitgave 2020
De uitgave van WOR, Wet op de ondernemingsraden editie 2020 is geheel up-to-date gemaakt. Naast uitgebreide toelichtingen is ook de jurisprudentie bijgewerkt en zijn eerdere wijzigingen nader aangevuld op basis van ervaringen uit de praktijk.
Geef een reactie