Veel ondernemingsraden worstelen met deze vraag: hoe ze iets te zeggen krijgen over de niet adviesplichtige visie of het beleid van de ondernemer. Toch zijn er aanknopingspunten om invloed uit te oefenen op visie en beleid.
Door Joost van Mierlo
In september 2017 werd de ondernemingsraad van het Erasmus Medisch Centrum (EMC) op grond van artikel 25 WOR in de gelegenheid gesteld een advies uit te brengen over het voornemen de afdeling Communicatie te reorganiseren. De voorgenomen reorganisatie was gebaseerd op een visie die het bestuur van EMC had vastgesteld.
Maak gebruik van de middelen die je hebt!
De or vond dat de visie van tafel moest, omdat die als zelfstandig onderdeel onder het adviesrecht van de raad viel. De Ondernemingskamer dacht daar anders over en vond een visie op zich niet adviesplichtig.
De WOR kent de or adviesrecht toe voor concrete voorgenomen besluiten. De strategie die tot dergelijke besluiten leidt, dreigt daarmee buiten bereik te blijven. Toch staat de or niet helemaal met lege handen.
Inzicht in de beweegreden
In grote lijnen bevat een adviesaanvraag vier subvragen: wat wil ik, waarom wil ik dat, wat zijn de personele gevolgen en hoe ga ik daarin voorzien? Vooral die tweede vraag is relevant. De waarom-vraag betreft namelijk de beweegredenen als bedoeld in artikel 25 lid 3 WOR.
Vaak is die beweegreden een visie of beleid van de ondernemer. Als dat zo is, dient de adviesaanvraag daar voldoende inzicht in te bieden, zodat de or zijn opvatting hierover bij zijn advisering kan betrekken.
Dat opent niet alleen de mogelijkheid te toetsen of het ter advisering voorgelegde besluit (de ‘wat-vraag’) past binnen die visie of beleid, maar ook om inhoudelijk iets over die visie of over dat beleid te zeggen.
Recht op alle inlichtingen
De ondernemingsraad heeft volgens artikel 31 WOR recht op alle inlichtingen en gegevens die hij nodig heeft voor de vervulling van zijn taak. Inzage in visie of beleid kan daarbij noodzakelijk zijn. Op grond van artikel 24 lid 1 WOR moet de ondernemer tenminste tweemaal per jaar de algemene gang van zaken bespreken met de or.
Als de ondernemer een raad van commissarissen heeft, zijn de commissarissen in principe verplicht bij dat overleg te zijn (artikel 24 lid 2 WOR). De or kan, bij de bespreking van de algemene gang van zaken, ook de meer algemene visie of beleid van de ondernemer ter sprake brengen.
Het accountantsverslag en de management letter
Bij een brief aan de Tweede Kamer* schetst minister Koolmees rechten van de ondernemingsraad, waaraan hij de kwalificatie ‘het wettelijke kader’ geeft. De minister heeft het onder meer over het accountantsverslag en de management letter, waarvan bestuurders doorgaans vinden dat die niet aan de or verstrekt hoeven te worden.
Daar lijkt de minister anders over te denken:
‘De ondernemer moet het bestuursverslag en de jaarrekening gelijk na vaststelling van de jaarrekening aan de or verstrekken (artikel 31a WOR). In de overlegvergadering moet dit verslag ook eenmaal per jaar worden besproken. De or kan via de bestuurder de overige informatie opvragen die hij nodig heeft om zijn taak uit te kunnen oefenen. In dat kader kan een or ook het accountantsverslag of de management letter opvragen bij de bestuurder.’
De structuurregeling
Grote vennootschappen die aan bepaalde criteria voldoen** en daarvan drie achtereenvolgende jaren opgaaf deden bij het Handelsregister, moeten de ‘structuurregeling’ invoeren. Daarbij is de vennootschap verplicht een raad van commissarissen in te stellen, die een belangrijke stem heeft bij het bepalen van het beleid.
Voor een derde van het aantal leden van die raad heeft de ondernemingsraad een verzwaard recht van aanbeveling: indirecte medezeggenschap. Via de raad van commissarissen is de ondernemingsraad dus tot op zekere hoogte betrokken bij de totstandkoming van het beleid en visies.
De opgaaf
Deze structuurregeling hoeft pas ingevoerd te worden als de vennootschap daadwerkelijk de hiervoor bedoelde opgaaf heeft gedaan. Is de vennootschap dit wel verplicht, maar doet zij dat feitelijk niet, dan wordt het regime niet van toepassing, en komt er dus geen raad van commissarissen.
Tip: controleer als or of de ondernemer de opgaaf heeft gedaan, en zo niet, spreek de ondernemer daar dan op aan! Doet deze dan nog niets, dan zou je de rechter kunnen vragen de ondernemer te verplichten de opgaaf te doen.
Maak gebruik van de middelen
Ondernemingsraden hebben vaak het gevoel dat zij met lege handen te staan als het gaat om beïnvloeding van de visie of van het beleid van de ondernemer. In de praktijk blijken die handen echter niet helemaal leeg te zijn. Maak gebruik van de middelen die je hebt!
Joost van Mierlo, De Voort Advocaten & Mediators
Lees ook:
- De bestuurder tot een ander besluit brengen
- Checklist: invloed krijgen op strategisch beleid
- Voordelen en valkuilen van het overleg in de driehoek
(* Kamerstukken 2017–2018, 34 267, nr. 12)
(**een eigen vermogen van tenminste € 16 mio, tenminste 100 werknemers en een krachtens wettelijke verplichting ingestelde ondernemingsraad)
Geef een antwoord