Als ondernemingsraad heb je werkelijk recht van spreken; volgens artikel 23 van de WOR heeft de or de bevoegdheid voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken over alle aangelegenheden die de onderneming betreffen. Hoe kun je nuttig gebruik maken van dit recht?
Door Frank van Marwijk
Het mag over alles gaan
Op welke manieren kan de or de besluitvorming beïnvloeden? Veel or-leden denken bij deze vraag het eerst aan de ‘bijzondere bevoegdheden’ van de or: het advies- en het instemmingsrecht. Uiteraard zijn dit belangrijke bevoegdheden, maar als het erop aankomt is dat eigenlijk altijd vissen achter het net.
De or moet immers wachten op een advies- of instemmingsaanvraag over plannen die in het MT al uitgebreid uitgekauwd zijn. Daar kan de ondernemingsraad alleen positief of negatief op reageren. De vraag is of de or dan nog veel invloed heeft op de inhoud van de plannen en de uitvoering daarvan.
Duwen en terugduwen
Veel ondernemingsraden denken dat ze met de wet in de hand alleen weerstand kunnen bieden aan de plannen van de bestuurder. Dat doet me denken aan de volgende simpele oefening die ik tijdens trainingen gebruik en die je zelf ook kunt uitproberen binnen jouw or.
Vraag twee mensen om tegenover elkaar te gaan staan met hun handen tegen elkaar. Dan zeg je tegen een van beiden dat hij of zij mag beginnen met duwen. Wat doet de ander dan? Terugduwen! Dat is de reactie van bijna iedereen. En dat is ook wat veel ondernemingsraden doen.
De bestuurder dient een advies- of instemmingsaanvraag over een plan in. De or doet zijn best om te onderzoeken wat er mis is aan dat plan en wat de mogelijk negatieve consequenties zijn. De or reageert met weerstand. De or gaat dus terugduwen. En de bestuurder neemt op zijn beurt een verdedigende positie in.
Neem het initiatief!
Het zou mooi zijn als de or in een eerder stadium mag meepraten en/of zelf onderwerpen op de agenda mag zetten. En het goede nieuws is: dat mag ook. We hebben het hier over het initiatiefrecht.
Het initiatiefrecht is belangrijker dan weleens wordt verondersteld. Tenslotte: het initiatiefrecht geeft je de mogelijkheid om te spreken over hetgeen je belangrijk acht, en ook voorstellen te doen over allerhande zaken betreffende je organisatie. De bestuurder moet je voorstellen serieus nemen en kan je inbreng niet zo makkelijk wegwuiven.
Het mag over alles gaan
Het initiatiefrecht mag over alles gaan zolang het van belang is voor de organisatie en de medewerkers. Een initiatief kan de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden betreffen, de financieel economische informatie of het sociaal beleid (in het kader van de zogenaamde ‘stimulerende of waakzame taak’ van de or).
- Lees ook: Waakzame or: meer doen met artikel 28
Ook als je over een bepaald onderwerp geen recht van advies of instemming hebt, kun je daarover dus gewoon vragen stellen en meepraten, voorstellen doen of ideeën inbrengen. Op die manier kun je invloed uitoefenen op de besluitvorming vóórdat er knopen worden doorgehakt.
In plaats van duwen en trekken kun je ook opzij stappen, meebewegen of naast de bestuurder gaan staan. Het is prettiger als je de vraagstukken die besproken worden kunt benaderen vanuit hetzelfde perspectief. Zo geef je de bestuurder het gevoel dat je constructief meedenkt.
Initiatief kan ook weerstand opwekken
Toch kan een initiatief van de or ook weerstand opwekken bij de bestuurder. Al is je plan nog zo goed; bestuursleden staan niet altijd te springen om veranderingsvoorstellen die voortkomen uit de koker van de ondernemingsraad.
Het initiatiefrecht geeft je wel recht op een gedegen antwoord, maar de bestuurder hoeft je initiatief niet op te volgen. Een gemiste kans! Het is daarom goed er ook eens bij stil te staan hoe je een voorstel brengt.
Kijk eens naar de volgende benaderingen, zie het kader. Waar zal de bestuurder positief op reageren en bij welke zullen zijn haren eerder rechtovereind gaan staan?
Welke onderstaande benadering zal de bestuurder het best accepteren?
-
Wij weten het beter:
Wij hebben het plan dat u ons toezond aangepast en hierbij ontvangt u onze geheel herziene versie!
-
Wij helpen u een beetje:
Wij hebben uw plan bekeken…. Het ziet er goed uit, maar we denken dat het goed zou zijn als…
-
Wij veronderstellen:
Uw plan is prima en u heeft waarschijnlijk ook wel bedacht dat…
-
Wij stellen voorwaarden:
Wij gaan akkoord met uw voorstel als u…
-
Wij zijn niet zo slim als u:
We begrijpen het niet helemaal; bedoelt u hier… of zou het misschien een optie zijn om…
Hoe neemt de or initiatief?
Meestal wordt niet expliciet genoemd dat de or gebruik wil maken van het initiatiefrecht. Veelal stelt de or gewoon iets voor tijdens de overlegvergadering, zonder verwijzing naar dit recht. Er wordt dan informeel over het voorstel van de or gesproken zonder dat daaruit conclusies worden getrokken.
Or-leden menen soms dat elke verwijzing naar de WOR averechts werkt. De bestuurder zou het initiatief van de or als bemoeizucht kunnen beschouwen. De or zou daarmee ook op de stoel van de bestuurder (en/of het MT) gaan zitten. Het is leuk om een informele denktank voor de bestuurder te zijn, maar een formele benadering is beter. Meld dus dat het gaat om het initiatief volgens artikel 23.
De formele route is dat het voorstel ‘ten minste éénmaal’ in een overlegvergadering moet worden besproken. Na dat overleg moet de bestuurder zo spoedig mogelijk schriftelijk beargumenteerd meedelen of en in hoeverre hij het voorstel overneemt. De bestuurder kan het voorstel niet zomaar mondeling afdoen, maar is verplicht daar een weloverwogen schriftelijk besluit over te delen.
- Lees ook: Haal meer uit het artikel 24-overleg
Initiatiefvoorstel schriftelijk indienen
Je kunt je initiatiefvoorstel het best (ook) schriftelijk indienen. Je kunt dan rekenen op een gemotiveerde beantwoording op papier. De bestuurder moet daarin laten weten of hij besluit het voorstel (geheel of gedeeltelijk) over te nemen. Met een initiatiefvoorstel kun je dus echt iets concreets teweegbrengen en de besluitvorming beïnvloeden, tijdig én op een opbouwende manier.
Frank van Marwijk, Bodycom Lichaamscommunicatie
Lees ook:
- Toelichting artikel 23 WOR (Kennisbank or in de praktijk)
- Niet adviesplichtig? toch invloed uitoefenen
- Betere naleving informatierecht gewenst
Geef een antwoord