Een werkneemster die met pensioen is gegaan, claimt dat zij ten onrechte een lager pensioen krijgt dan zij mocht verwachten. Naast een groot aantal technische aspecten speelt ook de vraag of in het verleden de ondernemingsraad wel of niet met een belangrijke wijziging heeft ingestemd. De Amsterdamse rechtbank acht dat op 8 oktober 2019 niet duidelijk bewezen, nog los van de vraag wat die instemming dan voor individuele werknemers voor gevolgen heeft.
De werkneemster krijgt de gelegenheid haar pensioenschade te bewijzen, en de werkgever mag daar op reageren.
De werkneemster was in dienst van Coopers & Lybrand. Door een zogenoemde ‘overgang van onderneming’ kwam zij in dienst van PWC Consulting.
Gewijzigde arbeidsvoorwaarden
De aandelen in PWC Consulting zijn verkocht aan IBM. PWC Consulting ging IBM Business Consulting Services (hierna: IBM BCS) heten. IBM heeft de werkneemster een aanstellingsbrief gezonden. Zij heeft de aanstellingsbrief voor akkoord ondertekend, en is daardoor op nieuwe, gewijzigde arbeidsvoorwaarden in dienst getreden van IBM.
De nieuwe arbeidsovereenkomst kwam in de plaats van en verving de bestaande arbeidsovereenkomst. IBM en IBM BCS zijn op 11 juli 2003 gefuseerd. Daardoor is IBM BCS als rechtspersoon opgehouden te bestaan. De werkneemster is op 1 maart 2014 gepensioneerd.
Benadeeld
De gepensioneerde werkneemster stelt dat IBM haar zowel ten aanzien van de noodzaak tot het aangaan van een nieuwe, gewijzigde arbeidsovereenkomst als ook ten aanzien van de gelijkwaardigheid van haar oude en nieuwe arbeidsvoorwaarden een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven.
Volgens haar is zij als gevolg van het aangaan van de nieuwe, gewijzigde arbeidsovereenkomst met IBM benadeeld. Zij blijkt vooral een veel lager (pre)pensioen te hebben opgebouwd dan door haar voormalige werkgever was toegezegd.
- Tip! De training Or en pensioenen op 10 september 2020 brengt je helemaal op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.
Oordeel kantonrechter
IBM heeft naar voren gebracht dat de ondernemingsraad van IBM BCS heeft ingestemd met een wijziging van de pensioenvoorwaarden. Volgens IBM is de werkneemster gebonden aan de instemming van de ondernemingsraad aan de wijziging van de pensioenrechten. De gepensioneerde werkneemster heeft betwist dat de ondernemingsraad heeft ingestemd met wijzigingen in de pensioenvoorwaarden.
IBM heeft daarop niet, althans niet op voldoende concrete wijze gereageerd. Uit hetgeen de werkgever naar voren heeft gebracht, blijkt namelijk niet wanneer en op welke wijze de ondernemingsraad de door haar bedoelde instemming heeft gegeven.
Te vaag en onvoldoende onderbouwd
Het standpunt van IBM dat de ondernemingsraad wél instemming heeft gegeven aan wijziging van de pensioenvoorwaarden is, daargelaten of de werkneemster daaraan gebonden zou zijn, te vaag en onvoldoende onderbouwd gebleven.
De vraag is of de werkgever tegenover de gepensioneerde werkneemster onrechtmatig heeft gehandeld. IBM en IBM BCS waren in een complex fusieproces verwikkeld. Op zichzelf genomen is juist (zoals IBM betoogt) dat van haar in zo’n omvangrijk en complex fusieproces niet kan worden verlangd dat zij alle betrokken werknemers in vergaande mate voorziet van op maat gesneden, individuele informatie.
Dat alles neemt niet weg dat het op de weg van IBM lag om de betrokken medewerkers schriftelijke informatie te verstrekken waarmee voldoende openheid van zaken werd gegeven en duidelijkheid werd verschaft over de te maken keuzes, en om volledige voorlichting te geven over hun rechtspositie en de geldende wettelijke en (eventuele) cao-bepalingen bij de overgang van de onderneming.
Uitgebreid gediscussieerd
In het fusieproces en bij de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden is destijds terecht veel aandacht besteed aan de pensioenrechten van de betrokken werknemers. Er is toen, net als tussen de partijen in deze procedure, uitgebreid gediscussieerd over de vraag of de bestaande pensioenvoorwaarden gelijkwaardig waren aan de pensioenvoorwaarden die IBM met de nieuwe arbeidsovereenkomst wenste aan te bieden.
Daarbij werd gekeken voor welke groepen werknemers dat in meer of mindere mate het geval was en of daar compensatie voor moest worden geboden en zo ja, in welke mate. Naast die vergelijking van de pensioenvoorwaarden, die relevant was voor het nemen van de beslissing om wel of niet een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te gaan, had IBM daarbij duidelijk genoeg moeten maken dat de bestaande pensioenvoorwaarden zouden blijven gelden bij het niet aanvaarden van de nieuwe overeenkomst.
Onzorgvuldig gehandeld
Voor zover de gepensioneerde werkneemster de nieuwe, gewijzigde arbeidsovereenkomst als gunstiger beschouwde, is zij daartoe gekomen op basis van de informatie die IBM haar heeft gegeven en/of ten onrechte niet heeft gegeven.
IBM heeft daarbij onzorgvuldig gehandeld en is tekortgeschoten in haar verplichtingen. Beoordeeld zal moeten worden welke schade de werkneemster heeft geleden. Zij zal in de gelegenheid worden gesteld uiteen te zetten welke schade zij heeft geleden en/of zal lijden, aan de hand van een berekening/schadeopstelling, voorzien van bewijsstukken. IBM zal vervolgens in de gelegenheid worden gesteld te reageren.
Aantekening
Pensioen blijft een ingewikkeld onderwerp, zeker na (opeenvolgende) fusies en overnames. In deze zaak was onder andere onduidelijk of de ondernemingsraad, zoals gesteld door IBM, om instemming was gevraagd (toen deze zaak speelde was het instemmingsrecht van de ondernemingsraad minder sterk dan nu). De rechter komt min of meer tot de conclusie dat de ondernemingsraad alleen heeft mogen adviseren.
Zoals vervolgens terecht wordt opgemerkt, is het (na mogelijke instemming) nog maar de vraag of individuele werknemers vervolgens gebonden zijn aan die instemming.
Uitgangspunt van de wet is, dat dat niet zo is. Het wordt alleen anders als werknemers zich op de één of andere manier individueel gebonden hebben aan die instemming, bijvoorbeeld door middel van een clausule in hun contract.
Let op
Als de ondernemingsraad ondubbelzinnig instemming verleent, betekent dat nog niet automatisch gebonden zijn aan die instemming.
Rechtbank Amsterdam, 8 oktober 2019 ECLI:NL:RBAMS:2019:7617
Dr. R. van het Kaar, senior onderzoeker Hugo Sinzheimer Instituut.
Dit artikel is gepubliceerd in Rechtspraak voor Medezeggenschap.
Lees ook:
Wil je alles weten over de uitwerking van het pensioenakkoord, de laatste wetgeving en de rol van de ondernemingsraad bij pensioenen? Met de eendaagse training Or & pensioenen op 10 september 2020 door pensioenexpert Jaap Harmsen kom je beslagen ten ijs.
Geef een antwoord