Jonge werknemers zijn vaak moeilijk te motiveren voor de or. Twee vrouwelijke or-leden kozen er juist wel voor de spreekbuis van de werkvloer te zijn.
‘Jij maakt je altijd hard voor de mensen op werkvloer, dus is een lidmaatschap van de or iets voor jou?’ Over deze vraag van haar toenmalig leidinggevende hoefde eventmanager Thirze Groenendijk (31) van cateringbedrijf Maison van den Boer/Oseven in Veghel niet lang na te denken.
- Tip: Tijdens de Landelijke Or-dagen op 25 en 26 november gaat Justine Feitsma aan de hand van best practices in op mogelijkheden om jongeren beter te betrekken bij de or.
‘Van huis uit heb ik een sociaal hart, maar wat een or precies deed wist ik niet. Ik raakte nieuwsgierig en heb een half jaartje in de or proefgedraaid. Dat trok me wel. Bij de or-verkiezingen, vier jaar geleden, heb ik me op de lijst laten zetten en werd ik gekozen.’ Groenendijk is ook actief lid van Horecabond FNV.
Spreekbuis
‘Alles moet tot in het detail kloppen’, legt Thirze uit. ‘Soms sta je in de stromende regen een vrachtwagen te lossen. Dan nog drie uur een partij draaien en gastvrijheid uitstralen. Uiteindelijk ben je veertien uur van huis. De volgende dag hetzelfde, een zware baan dus, maar hartstikke leuk.’
En dan ook nog tijd voor or-werk? ‘Omdat ik in de bediening begonnen ben,’ vervolgt Groenendijk, ‘weet ik hoe belangrijk het is dat medewerkers op de werkvloer gehoord worden en gemotiveerd blijven. Als or-lid en manager probeer ik hun spreekbuis te zijn, een coachende rol te vervullen en de lijnen tussen de werkvloer en het hoofdkantoor zo kort mogelijk te maken. Als ik voor collega’s een steun de in rug kan zijn, dan neem ik die rol graag op me.’
Door een interventie van de or is de roosterproblematiek van de productiekoks aangepakt. ‘De koks die reservedienst draaien, kregen altijd pas kort te tevoren hun rooster. Geplande privéaangelegenheden konden daardoor vaak niet doorgaan. Daar werd stevig over geklaagd. De or heeft dat opgepakt. Bij het plannen van beschikbaarheid en roosters is nu een betere balans tussen werk en privétijd gerealiseerd.’
Efficiënter werken
Severine Renierkens is or-lid bij het Dolfinarium in Harderwijk. Al 15 jaar is ze verzorger van zeeleeuwen en walrussen, en ze geeft educatieve publiekspresentaties. Renierkens koos op haar 33ste voor de or. Reden: de belangen van haar collega’s in de dierenploegen te vertegenwoordigen. ‘Het leek me zinnig om actief in de or te worden als je dingen wilt veranderen in plaats van te klagen. Je kunt alleen zoden aan de dijk zetten als de bestuurder je hoort.’
Het Dolfinarium, sinds 2014 eigendom van de Spaanse groep Aspro, draaide tot voor enkele jaren rode cijfers maar maakt tegenwoordig weer winst. Bezuinigingen noodzaakten tot met minder mensen hetzelfde werk doen.
Adviesaanvraag
‘Natuurlijk gaf dat eerst weerstand,’ zegt Renierkens. ‘Er was ons veel gelegen aan een verantwoorde ploegbezetting. Je wil niet dat medewerkers tegen hun grenzen aanlopen. Tegelijk moet het dierenwelzijn gewaarborgd zijn. Kun je overigens iets als productiviteit wel meten als je met dieren werkt en voorstellingen geeft?’
Studiedag verandertrajecten op 2 december 2020
Rob Latten is organisatieadviseur en daarnaast als lecturer verbonden aan de Hogeschool van Rotterdam. Hij is spreker tijdens de studiedag ‘Verandertrajecten, zo maak je ze succesvol!’ op 2 december 2020 over de risico’s en valkuilen van verandertrajecten en het belang van goede communicatie. Bekijk het volledige programma van deze dag.
De invoering van een efficiënter werkrooster was deel van een grotere adviesaanvraag aan de or. Daarom ging Renierkens ermee aan de slag. ‘Ik noteerde alle werkzaamheden van iedere medewerker in de dierenverzorging, en wat een verantwoorde teambezetting was. Is vijf mensen per dag per ploeg het minimum? Of kunnen we het met z’n vieren af, als we een invalkracht van een ander team kunnen lenen? En wat doen we bij ziekte van een collega? Zo zijn we gaan puzzelen.’
Uiteindelijk een werkbaar model
De taken van een dierenploeg zijn aanvankelijk wel enigszins onderschat door het management, zegt Renierkens. ‘Maar dankzij mijn notities kreeg de or beter inzicht in waar de beoogde efficiëntie wel en niet haalbaar is. Weliswaar heeft de or water bij de wijn moeten doen, maar uiteindelijk is een werkbaar model gevonden. Waar in het hoogseizoen eerst zeven medewerkers de dieren verzorgden, doen we dat nu met zes, en drie in weekenden waarin er geen voorstellingen zijn.’
Kwaliteitsstandaarden
Bij cateraar Maison van den Boer spreekt de or met afdelingshoofden over de vragen hoe het grote personeelsverloop is te verminderen. En ook hoe de organisatie goede vakkrachten aan zich kan binden en de werkdruk kan terugdringen. ‘Het is verre van ideaal,’ zegt Thirze Groenendijk, ‘wanneer je steeds op uitzendkrachten moet terugvallen en tegelijk hoge kwaliteitsstandaarden in je service- en dienstverlening moet handhaven.’
Het leek me zinnig om actief in de or te worden als je dingen wilt veranderen in plaats van te klagen.
Doorstroom jongeren ook in belang or
Het personeelsverloop hangt samen met weerstand tegen (onregelmatige) werktijden en gebrek aan loopbaankansen. ‘Ongediplomeerde koks hebben hun diploma kunnen halen, wat hun loopbaanperspectief verbetert. Maar medewerkers kunnen nu ook buiten hun eigen vakgebied allerlei cursussen volgen, die bijdragen aan persoonlijke ontwikkeling. Als in ons bedrijf mensen hogerop willen, moet HRM daarop voortvarend inspelen. De or is er om dat te bewaken en te stimuleren. We weten immers dat jongeren steeds makkelijker van de ene naar de andere baan switchen. En jongeren heb je ook nodig voor de continuïteit van de or.’
Kleine overwinningen
Het Dolfinarium hield een medewerkersonderzoek. Werkdruk en gebrek aan waardering van leidinggevenden kwamen daaruit als verbeterpunten naar voren. Vooral van het horecapersoneel, dat veel bezoekers moet bedienen. ‘De bestuurder was geschrokken van sommige uitkomsten. Maar de or verwacht maatregelen die de werkcultuur en het verwachtingspatroon van medewerkers verbeteren.’
Severine Renierkens ziet ‘kleine overwinningen’ als ze een tussentijdse balans van haar or-werk opmaakt. ‘Maar in het begin had ik wel de verwachting meer te kunnen betekenen. Daarin ben ik wat naïef geweest. Het zijn langzame overlegprocessen die je doormaakt.’
‘We zijn echter ook een jonge or. We kunnen als medezeggenschap nog leren in diepgang van kennis over de WOR of de Wet Arbeidsmarkt in Balans, waar medewerkers vragen over stellen. Anderzijds: ik ben vooral dierentrainer en verzorger, en streef ernaar op dat vlak voor het team mondig en zichtbaar te zijn.’
‘We eisen onze informatie op’
Or-werk vraagt ‘best de nodige uren naast mijn normale werk’, zegt Thirze Groenendijk. Toch wil toch verkiesbaar zijn voor een nieuwe or-periode. ‘Vroeger was de or nogal afwachtend. Sinds een paar jaar zijn we goed zichtbaar voor het personeel. Als de or vindt dat we te weinig informatie van de bestuurder krijgen, bijvoorbeeld over de financiële status van het bedrijf of een aanbesteding op een nieuwe locatie, dan eisen we die informatie op. Zodat we ons advies- of instemmingsrecht, als dat aan de orde is, ook naar behoren kunnen uitoefenen.’
De Landelijke Or-dagen op 25 en 26 november: een digitaal event
Tijdens de digitale workshop Inclusief werkgeverschap en de rol van de OR op 25 en 26 november, onderdeel van de Landelijke Or-dagen, leert Isaäk Mol je hoe de or met deze moderne werkvorm kan zorgen voor een diverse, wendbare en duurzame organisatie.
Bekijk het complete programma van deze dagen.
Geef een antwoord