Over nut en noodzaak van mondkapjes in de strijd tegen corona lopen de meningen uiteen. Maar wie die discussie op de werkvloer wil voeren, loopt aan tegen het instructierecht van de werkgever. Dat merkt ook de medewerker van een bakkerij, die weigert zijn mond te bedekken.
In Nederland werd op 1 december een mondkapjesplicht ingesteld voor publieke binnenruimten. De werkgever in deze zaak had echter al veel eerder besloten dat mondkapjes een goede manier zijn om elkaar te beschermen tegen besmetting met COVID-19.
Op 13 oktober krijgen alle werknemers bericht via de WhatsApp-groep van hun werk: ‘Er volgt nog een aanscherping in het beleid. Een ervan is dat binnen het bedrijf met mondkapjes gewerkt gaat worden. Privé kapjes mogen gedragen worden. We hebben wegwerp kapjes in de expeditie ruimte. Het is ff niet anders, samen pakken we het op!’
Verbale confrontatie
De werknemer werkt niet in de bakkerij, maar rijdt met een bestelbus tussen de verschillende vestigingen, brengt goederen naar afnemers en haalt spullen op bij leveranciers. Het grootste deel van de werkdag zit hij in zijn eentje in de transportbus en hoeft hij geen mondkapje te dragen. Maar ook wanneer hij de vestigingen betreedt om goederen af te geven of op te halen, weigert hij de gezichtsbedekking te dragen. Dat blijft niet onopgemerkt en het komt tot een verbale confrontatie met een collega.
- Tip: Over corona en vaccinaties kan je als ondernemingsraad vele vragen en verhitte discussies verwachten. Wees daarop goed voorbereid! Met de Kennisbank OR in de Praktijk heb je altijd toegang tot een schat aan tools, adviezen en artikelen. Probeer het een maand voor maar 10 euro.
Eind oktober heeft de werknemer een gesprek met de eigenaren van de bakkerij over het dragen van een mondkapje tijdens werktijd. Als het het doel was om tijdens dit gesprek de lucht te klaren, dan is het een faliekante mislukking. De werknemer wordt op non-actief gesteld en de loonbetaling wordt opgeschort.
Excuses
In een brief schrijft de werkgever dat de werknemer de maatregelen direct ongedaan kan maken door schriftelijk te verklaren dat hij voortaan de gegeven instructies met betrekking tot het mondkapje zal opvolgen en door schriftelijk en mondeling zijn excuses aan te bieden aan drie collega’s.
Ook de werknemer laat schriftelijk van zich horen. Maar niet om zich neer te leggen bij het instructierecht van zijn werkgever of om de gevraagde excuses aan te bieden. Hij laat weten beschikbaar te zijn voor de uitvoering van de bedongen arbeid. Volgens hem is er geen enkele gegronde reden voor de schorsing of de opschorting van de loonbetaling.
De werkgever roept de werknemer daarop schriftelijk op tot bezinning te komen en de instructies op te volgen. Blijft de werknemer volharden in zijn weigering, dan zal de werkgever een ontslagprocedure in gang zetten.
De werknemer stapt naar de rechter om de schorsing ongedaan te maken.
Instructierecht werkgever
Het instructierecht van de werkgever is vastgelegd in artikel 7:660 van het Burgerlijk Wetboek:
Dit recht is niet onbegrensd. Wanneer een voorschrift in strijd is met goed werkgeverschap, de redelijkheid en de billijkheid en/of de fundamentele grondrechten van de werknemer, is deze instructie niet toegestaan.
De werknemer is van mening dat de mondkapjesplicht inbreuk maakt op zijn persoonlijke levenssfeer. Hij zegt dat het mondkapje hinder, ongemak en gezondheidsrisico’s veroorzaakt. Aan de kantonrechter daarom de taak om te beoordelen of het belang dat de werkgever heeft bij de handhaving van de mondkapjesplicht deze inbreuk op de persoonlijke levenssfeer rechtvaardigt.
Oordeel van de kantonrechter
De kantonrechter is van mening dat de mondkapjesplicht twee legitieme doelen dient. Ten eerste moet de werkgever zijn werknemers beschermen door te zorgen voor een gezonde en veilige werkomgeving. Ten tweede mag de werkgever ook zichzelf beschermen: wanneer werknemers ziek worden of in quarantaine moeten, is de werkgever verplicht om het loon door te betalen. Volgens de werkgever heeft hij al duizend productie-uren gemist door werknemers die niet konden werken omdat zij ziek waren door het coronavirus of doordat zij in quarantaine moesten.
De werknemer vindt dat er voor hem andere instructies zouden moeten gelden. 80 à 90 Procent van zijn tijd is hij alleen onderweg. Op die schaarse momenten dat hij wel inpandig is, kan hij zich altijd goed aan de anderhalvemeterregel houden.
De kantonrechter volgt hem daar niet in. Juist omdat hij in zijn bus geen mondkapje hoeft te dragen, is de inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer veel kleiner dan voor zijn collega’s het geval is.
De werkgever heeft er bovendien belang bij om ten aanzien van de instructie één lijn te trekken. Het dragen van een mondkapje is alleen effectief wanneer iedereen zich aan deze regel houdt. Door vast te houden aan zijn standpunt dat het voor hem niet noodzakelijk is om een mondkapje te dragen, miskent de werknemer dat hij deel uitmaakt van een werkgemeenschap.
De werkgever heeft daarom terecht besloten de loondoorbetaling op te schorten en de werknemer de toegang tot het werk te ontzeggen.
Achterstallig loon
De gang naar de rechter was niet helemaal te vergeefs voor de werknemer. Terecht voert hij aan dat de werkgever hem jarenlang minder heeft betaald dan waar hij volgens de cao recht op heeft. De werkgever moet een voorschot van ruim achtduizend euro bruto aan achterstallig loon betalen. Of de werknemer recht heeft op meer achterstallig loon, moet aan de orde komen in de ontbindingsprocedure die inmiddels aanhangig is gemaakt.
Rechtbank Midden-Nederland | ECLI:NL:RBMNE:2021:51
Bron: PW., Nicole Weidema op 18 jan 2021
Or wetgeving- en actualiteitendag op 25 maart 2021
De Or wetgeving- en actualiteitendag op 25 maart 2021 brengt je helemaal op de hoogte van de nieuwe wet- en regelgeving en de laatste ontwikkelingen. Kennis die van belang is voor je dagelijkse or-praktijk.
Geef een antwoord