Twee omstreden uitspraken over de status van werkenden in de platformeconomie deze week. De Inspectie SZW zou na recent onderzoek hebben geconcludeerd dat ‘werkbemiddelaar’ Temper een uitzendbureau is, geen bemiddelingsplatform. En het Hof Amsterdam concludeerde dat de maaltijdbezorgers van Deliveroo gewone werknemers zijn. De oordelen zijn omstreden, omdat beide bedrijven het er hardgrondig mee oneens zijn.
Temper koppelt via zijn website zelfstandige werknemers aan opdrachtgevers in de horeca, logistiek en schoonmaak. Als het bedrijf inderdaad een uitzendbureau is, betekent het dat de mensen die voor Temper werken geen zzp’ers zijn maar werknemers. Dan zouden ze recht hebben op een arbeidsovereenkomst en moeten ze worden betaald conform de uitzend-cao. Het onderzoeksrapport is niet gepubliceerd op de website van de I-SZW. Ook levert de Inspectie (nog) geen commentaar op het nieuwsbericht van de FNV.
Zelfstandigen
Medeoprichter van Temper Niels Arntz noemt het onderzoek van de Inspectie SZW ‘prutswerk’. Volgens hem worden in het rapport slechts twee voorbeelden genoemd die wijzen op mogelijke schijnzelfstandigheid. ‘Die twee mogelijke gevallen worden representatief gesteld voor alles wat we doen.’ Volgens Temper kan de Inspectie op basis van dit rapport geen boetes opleggen.
- Tip! Steeds vaker kan de or eigen beleid maken over arbeidsvoorwaarden. Kom in een dag veel meer te weten over je eigen accenten zetten bij maatwerk in de opleiding OR & Arbeidsvoorwaarden op 6 april en 14 oktober 2021.
Arntz heeft eerder verklaard hoe hij zelf zijn bedrijf ziet. ‘Temper is een digitale ruimte waar opdrachtgever en opdrachtnemer de mogelijkheid hebben om een overeenkomst aan te gaan. Wij werken met zelfstandigen en ons bedrijfsmodel is goedgekeurd door de Belastingdienst.’
Uitholling werknemersrechten?
FNV en CNV lopen al langer te hoop tegen het werkplatform. In oktober 2020 dreigden beide vakbonden Temper met een rechtszaak. De bonden eisen dat de werkers door Temper in dienst worden genomen en een nabetaling ontvangen tot op de hoogte van het cao-loon voor uitzendkrachten. Dat kan gaan om tientallen miljoenen euro’s. Het overleg dat de bonden al sinds juni 2020 hierover hebben met Temper heeft volgens FNV en CNV ‘geen spat opgeleverd’.
Praktijk Deliveroo: dienstverband
Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde op 16 februari in hoger beroep, in een zaak die de FNV in 2018 had aangespannen tegen Deliveroo. De maaltijdbezorgers zijn werknemers, met recht op een arbeidsovereenkomst volgens het Hof. In 2019 kwam de rechtbank in Amsterdam al tot eenzelfde oordeel. De bezorgers (riders) van Deliveroo zijn in grote mate afhankelijk van Deliveroo.
De praktijk telt
Ook het Hof zou naar de praktijk hebben gekeken, analoog aan het vonnis van de Hoge Raad over de interpretatie van arbeidsovereenkomsten, en hierin de elementen loon, gezag en persoonlijke arbeid hebben onderkend. Bovendien laten tarieven van 11 tot 13 euro per uur het niet toe om adequate voorzieningen te treffen bij arbeidsongeschiktheid en werkloosheid. De bezorgers mogen alleen zelf beslissen hoe ze rijden. Maar dat mag een chauffeur in dienst van een transportbedrijf ook. Al uit de naam ‘Deliveroo’ blijkt volgens het Hof dat het om een bezorgdienst gaat. Geen IT-bedrijf, zoals Deliveroo aanvoerde.
Deliveroo heeft teleurgesteld gereageerd op de uitspraak van het Hof in Amsterdam. De maaltijdbezorger is van plan om opnieuw in hoger beroep te gaan, deze keer bij de Hoge Raad. Volgens Deliveroo is eerder diverse malen door rechters in Nederland en andere Europese landen geoordeeld dat het bedrijf wel zelfstandig werk aanbiedt. ‘Het is de vrijheid en flexibiliteit die onze bezorgers het allerbelangrijkste vinden’, aldus een woordvoerder.
Cao beroepsgoederenvervoer
In een aparte rechtszaak bepaalde het Hof Amsterdam dat Deliveroo onder de cao beroepsgoederenvervoer valt. Die cao moet het bedrijf dan ook met terugwerkende kracht toepassen. Ook tegen die uitspraak heeft de maaltijdbezorger beroep aangetekend. De zitting is in april 2021.
Kluseconomie nog klein
Uit recent onderzoek van de Sociaal economische Raad (SER) bleek dat de kluseconomie nog klein is binnen de platformeconomie. Ongeveer 1 procent van de beroepsbevolking werkt op losse opdrachten. Het kan een manier zijn om snel aan werk te komen, ook als je de juiste opleiding niet hebt of om andere redenen moeilijk aan werk kan komen. Maar de werkwijze van de platformeconomie beïnvloedt ook de rest van de economie, stelt de SER. Mensen die aangewezen zijn op eenvoudig werk voor hun inkomen, zoals oppassen of schoonmaken, worden afhankelijk van het platform. Dat zorgt voor (te)veel aanbieders, waardoor de tarieven laag kunnen blijven. En platformwerkers meer uren moeten maken dan verstandig of gezond is.
Or wetgeving- en actualiteitendag op 25 maart 2021
De Or wetgeving- en actualiteitendag op 25 maart 2021 brengt je helemaal op de hoogte van de nieuwe wet- en regelgeving en de laatste ontwikkelingen. Kennis die van belang is voor je dagelijkse or-praktijk.
Geef een reactie