Werken in de zorg is anders dan een paar jaar geleden. En het werk blijft voortdurend veranderen. Tel daarbij op de krappe arbeidsmarkt, en het is duidelijk dat het hele werken in de zorg moet mee-veranderen. Alleen dan kan echt persoonsgerichte zorg worden geboden. En blijven zorgverleners behouden voor hun vak.
Minder protocol en meer eigen zeggenschap voor de zorgmedewerkers. Daar komt het heel in het kort op neer, vertelt Arjella van Scheppingen. Zij is zelfstandig onderzoeker en ‘facilitator vitale arbeidsorganisaties’. Daarbij richt ze zich vooral op de praktijk in de zorg en hoe mensen daar in een positieve sfeer hun werk kunnen doen. Ofwel: hoe ontwikkel je een goed werkklimaat, dat ervoor zorgt dat mensen er met meer plezier en motivatie blijven samenwerken?
- Tip! Ondernemingsraden benaderen (complexe) organisatieproblemen meestal vanuit het probleem zelf. Soms is een oplossingsgerichte aanpak beter. Waarbij de focus niet ligt op het probleem maar op de gewenste situatie. Hoe je dat doet, leer je in de eendaagse cursus Oplossingsgericht denken en handelen voor ondernemingsraden op 6 oktober 2022.
Naar persoonsgerichte zorg
Om daar een antwoord op te geven, moeten we eerst kijken naar wat er allemaal verandert. ‘Dat is nogal wat,’ zeg Van Scheppingen. ‘Op de eerste plaats bij de cliënt: de zorgvraag wordt steeds complexer. Neem bijvoorbeeld ouderen die langer thuis wonen. Als zorgmedewerker ben je tevens hun gast. Dat vraagt iets van je houding. En ook als ze naar een verzorgingstehuis gaan, heb je rekening te houden met de eigen gewoontes en wensen van de cliënten. Ook heb je rekening te houden met andere mensen zoals familieleden en mantelzorgers. Het gaat van persoonsgerichte zorg naar brede ondersteuning op het gebied van bijvoorbeeld welzijn en wonen.’
Bij ouderen die blijven thuiswonen ben je als zorgmedewerker ook een gast
Daarnaast verandert het soort mensen dat je op de werkvloer tegenkomt. ‘Je groep collega’s wordt op allerlei manieren diverser. Er komen steeds meer verschillende functionarissen met uiteenlopende opleidingen en achtergronden bij. Waaronder fysiotherapeuten, diëtisten, helpenden, woonkamerbegeleiders, mantelzorgers. Formele én informele zorgverleners. En mede door de krapte op de arbeidsmarkt en het tekort aan gekwalificeerde mensen komen er herintreders bij, en bijvoorbeeld statushouders afkomstig uit andere landen.’ De werkvloer wordt interessanter, wil ze maar zeggen, maar ook ingewikkelder. En intussen is ook de emotionele belasting hoog.
Open leerhouding
Het veranderende werk vergt dus iets van de zorgverlener zelf, maar zeker ook van de organisatie. ‘Dit alles vraagt een open leerhouding van de medewerkers. En de organisatie moet de medewerker daarvoor de ruimte bieden. Zorgverleners moeten de zeggenschap krijgen om hun ervaringen te delen. Dat vergt vertrouwen, op de eerste plaats in het eigen vakmanschap. Maar ook vertrouwen in de leidinggevenden en de rest van het team. Als je je een deel voelt van een team, je voldoende autonomie ervaart in je werk en vanuit jezelf de verbinding kunt maken naar cliënten en collega’s en andere betrokkenen, dan groeit meteen de bevrediging die het werk je schenkt.
Lees ook:
- ‘Vraag het ons gewoon!’
- Zelforganisatie als vorm van medezeggenschap
- Corona versnelt de vernieuwing in de zorg
En daardoor ook wat men noemt duurzaam gemotiveerde inzetbaarheid. ‘Dat begrip ‘inzetbaarheid’ is eigenlijk een lelijk begrip uit een wereldbeeld waarin medewerkers niet in de eerste plaats mensen zijn. Maar eerder een soort pionnen die je op een bepaalde functie inzet.’ Terwijl het, zegt Van Scheppingen, een relationeel vak is!
Intussen zijn medewerkers vaak zelf ook gehecht aan lijstjes en regels. ‘De opleiding is erg taakgericht, dus op de werkvloer moeten nieuwe medewerkers meteen al een omslag maken. Je moet ook van elkaar durven leren en je praktische wijsheid delen. In plaats van de ivoren-toren-protocollen te volgen die een organisatie over je uitstort. Er zijn dus nog flink wat slagen te maken.’
Praktijkverhalen
In haar workshop ‘Een actieve OR zorgt voor beweging’ tijdens het congres OR in de zorg, op 14 juni 2022 laat Arjella van Scheppingen zien op welke manier medewerkers en organisatie samen tot de gewenste en nodige veranderingen kunnen komen. Hoe je kortom de boel in beweging krijgt. Dit doet zij op een losse, interactieve en praktijkgerichte manier.
Medezeggenschap in de zorg is méér dan belangen van collega’s behartigen
‘Wat werkt op de werkvloer is dat collega’s verhalen en ervaringen met elkaar uitwisselen. Praktisch gezien kan die jonge collega jou misschien helpen om de verplichte registraties en administratieve handelingen op een snellere manier te doen. En kun jij vanuit jouw ervaring en levenswijsheid de jongere collega ondersteunen in emotionele moeilijke zaken, zoals sterfgevallen onder cliënten. Of deelt de locatiemanager diens dilemma’s, zodat je kan meedenken vanuit jouw positie. In mijn presentatie wil ik dit soort praktijkverhalen delen, bijvoorbeeld door rolwisselingen. Zodat we van elkaar kunnen leren.’
Actievere rol or
‘Voor de ondernemingsraad zie ik een rol weggelegd om het geluid van de werknemers goed over het voetlicht te krijgen. Bijvoorbeeld door ook samen te werken met de verpleegkundigen-adviesraden (var). Medezeggenschap in de zorg is méér dan alleen belangen behartigen van je collega’s. Or’s kunnen ook als voorbeeld dienen, door zich minder risico-beheersend op te stellen en van een controlerende naar een meer actieve, oplossingsgerichte rol te stappen.’
Congres Or in de Zorg op 14 juni 2022
Zorgorganisaties hebben te maken met complexe veranderingen, die elkaar in rap tempo opvolgen. Politiek en publieke opinie kijken sinds de coronacrisis met argusogen over de schouders van zorgmedewerkers mee. Hoe blijft de medezeggenschap overeind in dat krachtenveld? Tijdens het congres OR in de Zorg op 14 juni 2022 leer je er meer over. Bekijk het uitgebreide programma van OR in de Zorg.
Geef een antwoord