Artikel 27 van de Wet op ondernemingsraden gaat over het instemmingsrecht.
De ondernemingsraad heeft instemmingsrecht als de bestuurder een voorgenomen besluit neemt over een aangelegenheid die benoemd staat in het zogenaamde limitatieve rijtje (onder lid 1) en/of de aangelegenheden die benoemd staan in lid 7.
WOR, uitgave 2022
Geheel up-to-date: deze herziene uitgave van WOR, Wet op de ondernemingsraden editie 2022.
Met uitgebreide toelichtingen, bijgewerkte jurisprudentie en aanvullingen op eerdere wijzigingen.
Art. 27 lid 1 WOR
1. De ondernemer behoeft de instemming van de ondernemingsraad voor elk door hem voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van:
a. een regeling met betrekking tot een pensioenverzekering, een winstdelingsregeling of een spaarregeling;
b. een arbeids- en rusttijdenregeling of een vakantieregeling;
c. een belonings- of een functiewaarderingssysteem;
d. een regeling op het gebied van de arbeidsomstandigheden, het ziekteverzuim of het reïntegratiebeleid;
e. een regeling op het gebied van het aanstellings-, ontslag- of bevorderingsbeleid;
f. een regeling op het gebied van de personeelsopleiding;
Kennisbank OR in de praktijk
Wees als ondernemingsraad goed voorbereid! Met de kennisbank OR in de praktijk heb je altijd toegang tot een schat aan tools, adviezen en artikelen voor een succesvolle uitoefening van je or-werk, met juridische tips en toelichtingen over de meest voorkomende or-zaken. Probeer het een maand uit voor maar € 10,-!
g. een regeling op het gebied van de personeelsbeoordeling;
h. een regeling op het gebied van het bedrijfsmaatschappelijk werk;
i. een regeling op het gebied van het werkoverleg;
j. een regeling op het gebied van de behandeling van klachten;
k. een regeling omtrent het verwerken van alsmede de bescherming van de persoonsgegevens van de in de onderneming werkzame personen;
l. een regeling inzake voorzieningen die gericht zijn op of geschikt zijn voor waarneming van of controle op aanwezigheid, gedrag of prestaties van de in de onderneming werkzame personen;
m. een procedure voor het omgaan met het melden van een vermoeden van een misstand, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet Huis voor Klokkenluiders; een en ander voor zover betrekking hebbende op alle of een groep van de in de onderneming werkzame personen.
Lid 2. De ondernemer legt het te nemen besluit schriftelijk aan de ondernemingsraad voor. Hij verstrekt daarbij een overzicht van de beweegredenen voor het besluit, alsmede van de gevolgen die het besluit naar te verwachten valt voor de in de onderneming werkzame personen zal hebben.
De ondernemingsraad beslist niet dan nadat over de betrokken aangelegenheid ten minste éénmaal overleg is gepleegd in een overlegvergadering. Na het overleg deelt de ondernemingsraad zo spoedig mogelijk schriftelijk en met redenen omkleed zijn beslissing aan de ondernemer mee. Na de beslissing van de ondernemingsraad deelt de ondernemer zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de ondernemingsraad mee welk besluit hij heeft genomen en met ingang van welke datum hij dat besluit zal uitvoeren.
Lid 3. De in het eerste lid bedoelde instemming is niet vereist, voor zover de betrokken aangelegenheid voor de onderneming reeds inhoudelijk is geregeld in een collectieve arbeidsovereenkomst of een regeling van arbeidsvoorwaarden vastgesteld door een publiekrechtelijk orgaan. Instemming is eveneens niet vereist voor zover ter zake van een aangelegenheid als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, sprake is van verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet.
De Landelijke Or-dag op 23 juni 2022, Jaarbeurs Utrecht
Hoe blijven we verbonden met elkaar? De OR staat voor grote uitdagingen. Nog nooit was het zo belangrijk om bij te blijven en om verbonden te blijven met jouw achterban! Tijdens de Landelijke Or-dag op 23 juni geven 20 verschillende workshops je kennis, inzichten en inspiratie om de zaak bij elkaar te houden. Bekijk het complete programma van deze dag.
Lid 4. Heeft de ondernemer voor het voorgenomen besluit geen instemming van de ondernemingsraad verkregen, dan kan hij de kantonrechter toestemming vragen om het besluit te nemen. De kantonrechter geeft slechts toestemming, indien de beslissing van de ondernemingsraad om geen instemming te geven onredelijk is, of het voorgenomen besluit van de ondernemer gevergd wordt door zwaarwegende bedrijfsorganisatorische, bedrijfseconomische of bedrijfssociale redenen.
Lid 5. Een besluit als bedoeld in het eerste lid, genomen zonder de instemming van de ondernemingsraad of de toestemming van de kantonrechter, is nietig, indien de ondernemingsraad tegenover de ondernemer schriftelijk een beroep op de nietigheid heeft gedaan. De ondernemingsraad kan slechts een beroep op de nietigheid doen binnen een maand nadat hetzij de ondernemer hem zijn besluit overeenkomstig de laatste volzin van het tweede lid heeft meegedeeld, hetzij – bij gebreke van deze mededeling – de ondernemingsraad is gebleken dat de ondernemer uitvoering of toepassing geeft aan zijn besluit.
Lid 6. De ondernemingsraad kan de kantonrechter verzoeken de ondernemer te verplichten zich te onthouden van handelingen die strekken tot uitvoering of toepassing van een nietig besluit als bedoeld in het vijfde lid. De ondernemer kan de kantonrechter verzoeken te verklaren dat de ondernemingsraad ten onrechte een beroep heeft gedaan op nietigheid als bedoeld in het vijfde lid.
Lid 7. Onder regelingen op grond van een pensioenovereenkomst als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden mede verstaan regelingen opgenomen in een uitvoeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet of een uitvoeringsreglement als bedoeld in onderdeel b van de definitie van uitvoeringsreglement in artikel 1 van de Pensioenwet, die van invloed zijn op de pensioenovereenkomst waaronder in ieder geval worden begrepen: regelingen over de wijze waarop de verschuldigde premie wordt vastgesteld, de maatstaven voor en de voorwaarden waaronder toeslagverlening plaatsvindt en de keuze voor onderbrenging bij een bepaalde pensioenuitvoerder, pensioeninstelling uit een andere lidstaat of verzekeraar met zetel buiten Nederland als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Pensioenwet.
Verandertrajecten, zo maak je ze succesvol!
Reorganiseren, herstructureren en fuseren… Soms sta je er als OR-lid volledig achter, en volg je moeiteloos de stappen die de bestuurder zet. Maar er zijn ook veranderingen waar je het nut minder van inziet. Pak daarom als OR nu de regie in het overleg en word aanjager van een echt succesvol verandertraject. Hoe? Dat leer je in een interactieve studiedag van bedrijfskundige Rob Latten op 11 oktober 2022. Bekijk het programma en overtuig jezelf!
Artikelen over het instemmingsrecht
- Checklist instemmingsrecht
- Arbowet-checklist voor de ondernemingsraad
- Aanpassingen pensioen: heeft or instemmingsrecht?
- Instemmingsrecht bij aanpassing van privacybeleid
- Zorg voor een werkbaar privacyreglement
- Bewaak de privacy op de werkvloer
Jurisprudentie instemmingsrecht
- Geen instemmingsrecht over wisseling pensioenuitvoerder
- CAO bindend bij ander pensioenfonds
- Richtlijn voor gevolgen ontslag niet instemmingsplichtig
- Alcoholverslaving is ziekte, ontslag niet toegestaan
- Wijziging arbeidstijdenregeling instemmingsplichtig
Werkgever wil een toezegging op het gebied van gepensioneerden in 2001 in negatieve zin eenzijdig wijzigen. Destijds is er een toezegging gedaan dat voor de gepensioneerden een budget beschikbaar is gesteld voor een jaarlijks evenement. Kan dat zonder instemming ingevolge art.27 wor ? eenzijdig worden gewijzigd ?. Heeft het de toestemming nodig van de centrale ondernemingsraad ?. Het betreft immers een aanpassing van een regeling op sociaal beleid.