Esmé van Wijk (31) is beleidsmedewerker bij de gemeente Haarlem. Vorig jaar werd ze een van de elf leden van de ondernemingsraad.
Voor een or-lid ben je best wel jong.
‘Ik ben inderdaad een van de jongste leden van onze ondernemingsraad. Vorig jaar waren er drie vacatures in de or en ook precies drie kandidaten, van wie ik er één was. Mijn vader heeft lang in een ondernemingsraad gezeten. Ik heb van huis uit wel meegekregen dat het goed is om je in te zetten voor de organisatie waar je werkt. En om eraan bij te dragen dat iedereen een stem heeft – ook de mensen die niet zo snel worden gehoord.’
En, hoe bevalt het?
‘Ik vind het enorm leuk. Het eerste jaar dacht ik: ik weet niks, maar je rolt er snel in. We zijn als or-leden allemaal aan afdelingen verbonden en hebben daar regelmatig contact mee, onder de noemer “de or komt naar je toe”. Medewerkers vertellen ons soms in vertrouwen iets wat ze niet tegen hun manager durven zeggen. Daardoor hebben we ook weleens een mediation-achtige rol.’
Dat klinkt ingewikkeld.
‘Het is inderdaad steeds weer de vraag: waar begint en eindigt onze rol als or? We zijn geen vertrouwenspersoon. Binnenkort gaan we op cursus om onze rol beter te kunnen afbakenen. Zo’n spanningsveld maakt het or-werk interessant en uitdagend. Het lijkt me leuk om nog een tijd door te gaan, om de medezeggenschap goed vorm te geven. En daarnaast om te werken aan concrete onderwerpen, zoals een opener cultuur rond grensoverschrijdend gedrag.’
Geef een antwoord