‘Tegenspraak als wapen tegen ontsporing beleid’

‘Tegenspraak als wapen tegen ontsporing beleid’

Een dalend vertrouwen van burgers in de overheid en een veranderde rol van ambtenaren. Dat vraagt meer dan ooit om ‘loyale tegenspraak’ en medezeggenschap met kennis en moed. Frits van der Meer, hoogleraar openbaar bestuur en publieke dienstverlening in Leiden legt uit wat loyale tegenspraak inhoudt, en hoe je het levert. Ondanks alle tegenstand die je daarbij kunt ondervinden.

‘Tegenspraak als wapen tegen ontsporing beleid’

‘Loyale tegenspraak moet onderdeel zijn van het debat tussen topambtenaren en de medezeggenschap. Tegenspraak is een vereiste om de eigen ambtelijke en professionele visie kenbaar te maken over nieuw te maken beleid, de uitvoering ervan en de inrichting van de organisatie.’

‘Met tegenspraak scherp je het mes richting ambtelijke leiding en politiek. Dit betekent dat de ambtenaar de leidinggevende adviseert over alternatieven, over de verschillende oplossingen die er zijn. Voordat een besluit over een beleidsonderwerp is genomen. En aangeeft wat de consequenties zijn als je kiest voor A of voor B. Met tegenspraak beproef je de minister of de topambtenaar. Maar tegenspraak beoefen je ook als collega’s onderling. Dat is loyaal, want het doel is de publieke dienstverlening verbeteren, af te stemmen op de menselijke maat en ontsporing van beleid te voorkomen.’

Wantrouwen

Voorbeelden van ontsporing van Haags beleid, ofwel ‘uitvoeringscrises’ zijn de toeslagenaffaire, de uitvoering van de Fraudewet door het UWV, de afhandeling van de aardbevingsschade, de opvang van asielzoekers, de jeugdzorg. ‘Stuk voor stuk crises waardoor het vertrouwen in de regering in 2021 met 26 procent is gedaald, uniek in Europa,’ constateert Van der Meer. Daarbij is de controverse rond het stikstofbeleid nog niet meegerekend – koren op de molen voor populistische politici die het wantrouwen tegen de overheid verder aanwakkeren.

Mensen kunnen hun verhaal niet kwijt

Dossiers waarin de overheid gefaald heeft gaan overigens terug ver voor de kabinetten Rutte. ‘Neem de Belastingdienst,’ geeft Van der Meer als voorbeeld, ‘waar tussen 2007 en 2012 tien procent van het personeel is wegbezuinigd, terwijl er taken bijkwamen. De medezeggenschap heeft daar ook op gewezen. De functies van controleurs en contactpersonen vervielen. Daarvoor terug kwamen ict’ers, bij wie de burger niet terecht kan. Wachttijden bij de Belastingtelefoon zijn toegenomen. Mensen kunnen hun verhaal niet kwijt. Zelfs hbo’ers raken in het digitale systeem de weg kwijt. De muur tussen burger en overheid is door grootschalige ict-inzet hoger geworden. Dat heeft de legitimiteit van het gezag en het vertrouwen in de rechtsstaat aangetast. Erg? Ja.’

’Politieke profilering’

Vijftig leidinggevende ambtenaren schreven eind 2022, mede naar aanleiding van de kwestie Arib en het vertrek van de ambtelijke top van de Tweede Kamer, een brief met een alarmerende boodschap. Die luidt dat medewerkers op ministeries en bij uitvoeringsorganisaties steeds meer gebruikt worden voor ‘politieke profilering’ door bewindslieden, bedreigd zijn in hun ‘ambtelijk vakmanschap om in vrijheid te adviseren’ en onderdeel zijn geworden van een ‘afrekencultuur’.

FNV-onderhandelaar bij de overheid Mick Bleijerveld wijst op een vakbondsenquête over integriteitsbeleving. ’Veel medewerkers in de publieke sector voelen zich door leidinggevenden of politiek onder druk gezet om rapporten aan te passen of zaken te verbergen, zogenaamd vanwege het maatschappelijk belang.’

Druk op ambtenaren is absoluut groter geworden

‘De druk op ambtenaren is absoluut groter geworden, ‘beaamt Van der Meer. ‘De topambtenaar die vindt dat hij vooral de politicus, ook al is die bewindsman wat verknipt, uit de wind moet houden kan een belemmering zijn voor tegenspraak, zowel voor de individuele ambtenaar als op or-niveau. De topambtenaar die vindt dat medezeggenschap lastig is en onnodig tijd kost vanwege druk uit Kamer, is zelf niet loyaal ten opzichte van de samenleving. Maar ook lager in de organisatie tref je mensen die zeggen: “Weliswaar is deze nieuwe maatregel niet goed uitvoerbaar, maar laten we niet zeuren.” Ook dan ben je als ambtenaar niet loyaal tegenover de publieke zaak.’

Repercussies

Bij een overheid in transitie, met toenemende spanningen tussen politiek en ambtenarij, is het volgens Van der Meer belangrijk dat de ‘medezeggenschap organisatorisch ondersteuning en veiligheid biedt aan medewerkers die in de knel komen bij het uiten van loyale tegenspraak, of wanneer ze integriteitskwesties aan de kaak willen stellen.’

Als je wacht totdat iemand naar een vertrouwenspersoon stapt, of klokkenluider wordt is het al te laat

‘Veiligheid wil zeggen dat je je mond kan opendoen zonder dat het voelt alsof er repercussies volgen. Ook tussen collega or-leden kunnen vervelende klanten zitten, maar daar moet je niet bang voor zijn. Voor kritische medewerkers die loyale tegenspraak omarmen kan de medezeggenschap fungeren als vraagbaak, als een collectief dat mensen beschermt en strijdt voor een sociale werkomgeving. Want als je wacht totdat iemand naar een vertrouwenspersoon stapt, of klokkenluider wordt om moreel foutief of onwettig beleid te onthullen, is het al te laat.’

Verlammend

Van der Meer resumeert 3 redenen waarom ambtenaren geen loyale tegenspraak bieden. ‘Ze mogen niet, kunnen niet of willen niet. Bij het selecteren van medewerkers voor tegenspraak kunnen leidinggevenden erop letten dat deze personen voldoende kennis, moed en onafhankelijkheid hebben, ook als het niet om or-leden gaat.’

Dat lijken voor de hand liggende criteria, maar in de medezeggenschapspraktijk ‘is dat lang niet altijd het geval. Er zijn or’s die niet meer zijn dan een mededelingenorgaan, die geen debat willen uit angst dat ze een doelwit zijn. Dat werkt verlammend. Tegelijk snap ik wel dat je je kwetsbaar voelt en terugdeinst zodra je tegenover een directeur-generaal van een ministerie staat die hautain en intimiderend is.’

Mentaliteit

Zo zijn er ook uitvoeringsorganisaties van de overheid, met name inspectiediensten, constateert Van der Meer, ‘met een mentaliteit die zó gesloten is, zo weinig bereid tot het delen van informatie dat ze de or geen kans geven voor tegenspraak. Or-leden die dapper proberen een context aan te geven, redden het daar meestal niet.’

‘Wat ik ook van ambtenaren hoor is dat dat hun werk zo is uitgesplitst dat ze er nog maar een klein stukje van zien, maar niet meer het grote geheel. Ze missen het overzicht. Dat wordt alleen maar erger.’

Het politiek primaat is aan een herziening toe

Het politiek primaat, dat de overheidsmedezeggenschap blokkeert in het adviesrecht bij een besluit van een democratisch gecontroleerd bestuursorgaan, is volgens Van der Meer aan herziening toe. ‘Natuurlijk ligt de eindverantwoordelijkheid in een democratische samenleving bij de politiek. Maar dat betekent niet dat de politiek zich afschermt van welk denkbeeld dan ook en zegt: “We doen het lekker toch, wij zijn de baas.” Dat is dodelijk, want daarmee is het politiek primaat op kinderlijke wijze gereduceerd. Dat een or niets in te brengen heeft bij een gemeentelijke herindeling, met gevolgen voor de personele organisatie en de service aan burgers, is krankzinnig.’

Aan banden

‘De medezeggenschap bij de overheid kan de kwaliteit van de organisatie en de publieke dienstverlening verbeteren. Dat is zelfs een plicht voor or-leden. Medezeggenschappers zouden wat mij betreft bij Kamerleden meer mogen lobbyen. Vertel hen maar wat de meerwaarde is van medezeggenschap, waarom de Tweede Kamer dingen erger maakt met bepaalde besluiten en waarom autoritair gedrag op departementen aan banden gelegd moet.’

Lees ook:

Eerder verschenen