Een ondernemer besluit tot reorganisatie en toepassing van de stoelendansmethode. Een boventallige werkneemster verzet zich tegen deze handelwijze en meent dat de nieuw gecreëerde functie uitwisselbaar is met de vermeend vervallen functie die zij eerder vervulde. De werkneemster is dan ook niet bereid de nieuwe functie te accepteren, tegen een aanzienlijk lager salarisniveau.