Een werknemer weigert gehoor te geven aan inroostering op Koninginnedag en maakt vervolgens pas een maand later - via zijn gemachtigde - aanspraak op werkhervatting en loondoorbetaling. De werkgever weigert het verzoek van de werknemer en stelt zich op het standpunt dat de werknemer de arbeidsrelatie heeft beëindigd.