De buitensporige groei van flexibele arbeid in Nederland komt voor een groot deel door een flink kostenverschil tussen zzp-werk en het vaste contract. Deze en andere verschillen tussen contractvormen moeten worden verkleind. Een eerste stap is er al, in de vorm van een aangekondigd minimumtarief voor alle zzp’ers, tot ergernis van de FNV en werkgevers.
Tegen dergelijke verschillen in kosten is geen kruid gewassen
Vraag: wat is precies het verschil in werkgeverskosten tussen een gemiddelde werknemer met een vast contract en de inhuur van een zelfstandige voor hetzelfde werk? Antwoord: de zelfstandige is bijna 25.000 euro goedkoper. Het gemiddelde vaste contract kost bijna 65.000 euro, de inhuur van de zzp’er bedraagt 41.000 euro.
‘Als Den Haag dergelijke verschillen in kosten in stand houdt, kan ons niet gevraagd worden werknemers in vaste dienst te nemen’, zo kreeg de Commissie Borstlap te horen van werkgevers. ‘Tegen dergelijke verschillen in kosten is geen kruid gewassen’, zo luidde een reactie. ‘Wij hadden daar niet van terug’, zei Hans Borstlap, voorzitter van de Commissie regulering van werk vorige week tijdens de presentatie van een tussenrapport.
Eén op de vijf heeft een tijdelijk contract
De Commissie Borstlap onderzoekt in opdracht van minister Koolmees van SZW de mogelijkheden om de arbeidsmarkt te reguleren. De opmerkelijke groei van het tijdelijke contract in Nederland bedraagt volgens de OESO inmiddels het dubbele van het gemiddelde van de OESO-landen.
Eén op de vijf werkenden heeft nu een tijdelijk contract. Verder is het aantal zzp’ers toegenomen tot ruim 1 miljoen.
Denkrichtingen
In het tussenrapport van de commissie, tevens ‘discussienota’, presenteert Hans Borstlap alvast de ‘denkrichtingen’ om de arbeidsmarkt te reguleren. Die richtingen geven een doorkijk naar oplossingen voor wat de commissie als kern van het probleem ziet: de te grote verschillen tussen vast en flex. Daarbij gaat het niet alleen om inkomen, maar ook om sociale zekerheid en ontwikkelmogelijkheden. Met de scheefgroei tussen vast en flex berokkenen we onszelf schade in sociaal én in economisch opzicht, zegt de commissievoorzitter.
Borstlap komt eind dit jaar met zijn definitieve rapport. Te verwachten valt dat de volgende denkrichtingen dan zijn vertaald naar concrete maatregelen:
- Regels moeten gericht worden op een meer gelijk speelveld voor alle werkenden;
- Voor de werkenden die niet op eigen kracht arbeidsvoorwaarden kunnen bedingen (door een ongelijke onderhandelingspositie) moeten vergelijkbare arbeidsrechtelijke regels gelden;
- Voor alle werkenden moet er een universeel fundament komen voor bescherming tegen grote risico’s;
- Er dient meer evenwicht te komen in de fiscale prikkels;
- De wendbaarheid en duurzame inzetbaarheid van álle werkenden dienen te worden bevorderd. Meer flexibiliteit in vaste arbeidsrelaties kan voorkomen dat er behoefte ontstaat aan de vlucht naar zelfstandig werken;
- De grote diversiteit in contractvormen en bijbehorende kosten-, risico- en beschermingsverschillen moet flink worden beperkt.
Minimumtarief voor zelfstandig werk
Kort na de presentatie van de discussienota kondigde het Kabinet de instelling van een minimumtarief aan voor zzp’ers. Samen met de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) vormt het minimumtarief een belangrijke stap in de regulering van de arbeidsmarkt.
Met ingang van 1 januari 2021 moeten zzp’ers minimaal 16 euro per uur verdienen. Daarmee moet voorkomen worden dat zij werken voor een inkomen waarvan ze niet kunnen rondkomen. De zzp’ers die meer dan 75 euro per uur verdienen, krijgen de mogelijkheid om een zelfstandigenverklaring te gebruiken.
Voor alle zzp’ers
Het minimumtarief gaat voor alle zzp’ers gelden, voor zelfstandigen met zakelijke of particuliere klanten. De uitvoerbaarheid van deze maatregel moet nog wel nader worden bepaald.
In tegenstelling tot wat in het regeerakkoord staat komen er geen andere criteria, zoals de duur van een opdracht. In het regeerakkoord stond ook dat iedereen met een laag tarief een dienstverband moest krijgen, maar dat blijkt te botsen met Europese regelgeving.
Zzp’ers die werken met een tarief boven de 75 euro kunnen volgens het Kabinet zelf sparen voor werkloosheid en pensioen en kunnen zich verzekeren. Zij kunnen vanaf 2021 kiezen voor een zelfstandigenverklaring waarmee ze vooraf met hun opdrachtgever kunnen afspreken dat ze als ondernemer zelfstandige werken. Een opdracht mag in dit geval niet langer dan een jaar duren.
FNV: Minimumtarief is ‘beschamend’
In een reactie op het voorstel zegt vakbond FNV een minimumtarief van 16 euro ‘beschamend’ te vinden. Daarmee onderschat de minister volgens FNV-bestuurslid Zakaria Boufangacha de extra kosten die een echte zelfstandige moet maken. Het maakt volgens hem wel duidelijk hoezeer zelfstandige arbeid in Nederland is doorgeslagen.
‘De discussie over een minimum- en maximumtarief voor zzp’ers leidt af van waar het echt om moet gaan, namelijk of er sprake is van echt ondernemen. Als dat niet zo is, moet de overheid handhaven. Zoals bij maaltijd- en pakketbezorgers die het werk voor één werkgever doen. Of bij al die mensen die werken in de zorg, horeca en onderwijs en liever gewoon in vaste dienst zijn’, aldus Boufangacha.
Werkgevers: ‘Voorbarig voorstel’
Ondernemingsorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland vinden dat minister Koolmees met het minimumtarief voor zzp’ers te ver vooruitloopt op het onderzoek van de Commissie Borstlap. Die kijkt veel breder naar de arbeidsmarkt, zo zeggen de organisaties in een verklaring. ‘Het is voorbarig om nu al dit soort maatregelen te nemen voorafgaand aan de bredere discussies over het gehele arbeidsbestel. Daar moet je veel fundamenteler naar kijken dan nu gebeurt met dit tarief en met de Wet arbeidsmarkt in balans.’
Webmodule en opdrachtgeversverklaring
In opdracht van het Kabinet loopt er nog een onderzoek naar mogelijkheden om zzp’ers en hun opdrachtgevers meer duidelijkheid te geven over de vraag of een opdracht als zzp’er uitgevoerd mag worden. Gedacht wordt aan een speciale webmodule die via een beslisboom meer zekerheid kan geven dan volgens de huidige regels het geval is.
De webmodule moet leiden tot een geldige opdrachtgeversverklaring. De module wordt momenteel getest. De resultaten daarvan worden na de zomer bekendgemaakt.
In afwachting van de nieuwe wetgeving voor het inhuren van zelfstandigen, die per 1 januari 2021 moet ingaan, wordt ook het moratorium op de handhaving van de bestaande regels verlengd tot die datum. De Belastingdienst en Inspectie SZW scherpen intussen wel hun mogelijkheden tot handhaving aan.
Vanaf 1 januari 2020 kan de Belastingdienst ook handhaven als opdrachtgevers hun werkwijze binnen een redelijke termijn niet aanpassen na aanwijzingen van de Belastingdienst. Net als eerder bij de Inspectie SZW komen bij de Belastingdienst meer mensen beschikbaar om toezicht te houden.
Lees ook:
- Wet arbeidsmarkt in balans: de maatregelen op een rij
- ‘Het nieuwe ontslagrecht volgens de Wab‘
- Lagere lasten bij loondoorbetaling ziekte
Verandertrajecten, zo maak je ze succesvol!
Hoe ziet een verandertraject eruit en waar zitten de risico’s en valkuilen?
Tijdens de themadag ‘Verandertrajecten, zo maak je ze succesvol!’ op 1 oktober leer je onder meer welke inhoudelijke rol de or kan spelen tijdens veranderprocessen.
Studiedag Ambtelijk Secretaris
Tijdens de Studiedag Ambtelijk Secretaris op 1 oktober staat de rol van de AS bij verandertrajecten centraal.
Een exclusieve dag om jezelf te ontwikkelen! Bekijk het programma.
Geef een antwoord