Het percentage bedrijven dat wettelijk gezien een or zou moeten hebben, maar dat niet heeft, schommelt al tientallen jaren rond de 70%. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Eddy van Hijum (NSC) ziet dat graag anders en wil dat het nalevingspercentage van de Wor naar 100% gaat.
In 1998 werd de drempel voor het instellen van een ondernemingsraad verlaagd van 100 naar 50 werknemers. In 2002 werd voor het eerst een nalevingsonderzoek uitgevoerd, dat sindsdien elke paar jaar is herhaald, voor het laatst in 2023.
Wettelijke verplichting
Sinds dat eerste nalevingsonderzoek is het percentage nooit boven de 76% gekomen (in 2006). Inmiddels ligt het percentage al jaren onder de 70%, en dat steekt Van Hijum. "Ik vind het lastig dat het nalevings-percentage van de Wor nog steeds niet op 100% zit. Het is een wettelijke verplichting en iedere wet moet gewoon worden nageleefd."
Van Hijums voorganger Karien van Gennip noemde de 69% in het meest recente nalevingsonderzoek van 2023 destijds onvoldoende. Van Hijum sluit zich daar graag bij aan: "Ik vind het ook niet voldoende. Het streefpercentage is heel simpel: 100%."
Liever overtuigen dan dwingen
Het verhogen van dat percentage blijft een aandachtspunt voor de minister, zegt hij in een interview met ORnet naar aanleiding van het 75-jarig bestaan van de Wor, in mei 2025. Ook ziet hij een rol voor het ministerie en zichzelf als minister bij het onder de aandacht brengen van de Wor en de naleving daarvan. "In onze contacten met sociale partners, bijvoorbeeld bij het voor- en najaarsoverleg, moeten we dat agenderen."
Toch is hij voorzichtig met het idee om strengere handhaving in te voeren, aangezien de wet nu geen sancties kent bij niet-naleving. "Je kunt zeggen: ga bedrijven dwingen. Maar ik geloof dat de strategie van overtuigen en blijven hameren op het belang uiteindelijk de meest kansrijke route is. Medezeggenschap helpt de continuïteit en de kwaliteit van de organisatie. Dus je zult met goede voorbeelden bedrijven moeten blijven aansporen om de wet te volgen."
Wat hem betreft is het dus vooral zaak om het bewustzijn te vergroten. "Ik hoop eerlijk gezegd dat het vieren van dit jubileum ook weer bijdraagt aan de bewustwording dat de Wor niet enkel een verplichting is, maar dat je als organisatie heel veel hebt aan medezeggenschap."
Gevolgen niet naleven
De Wor wordt 'privaatrechtelijk gehandhaafd', wat zoveel wil zeggen dat de overheid niet handhaaft, maar dit aan rechters overlaat. Als medewerkers graag een or willen en het bedrijf voldoet aan de instellingscriteria, maar de bestuurder weigert, kunnen die werknemers naar de rechter stappen om naleving van de Wor af te dwingen. De rechter kan vervolgens een bestuurder sommeren een or in te stellen. Daar zal dan een termijn aan worden gekoppeld, met een dwangsom voor elke dag overschrijding van die termijn.
Als een bestuurder de rechterlijke uitspraak negeert en alsnog geen or instelt, kan dit worden beschouwd als een economisch delict. Dit kan leiden tot strafrechtelijke vervolging en andere juridische consequenties.
SER-notitie als mogelijke doorbraak
In juni verschijnt een nieuwe notitie van de SER over de toekomst van de Wor. Naast dat die notitie volgens Van Hijum een belangrijk ijkpunt voor mogelijke verbeteringen van de wet kan zijn, hoopt de minister dat de SER-notitie ook handvatten biedt voor betere naleving. "Welke dingen missen we? Wat kunnen we verbeteren? Hoe kunnen we de naleving verbeteren? Ik hoop dat de SER daar inzicht in geeft."
En met die handvatten hoop de minister te kunnen gaan werken aan het streven om de naleving van de Wor op het gebied van de instellingsverplichting naar 100% te brengen.