De richtbedragen voor or-scholing die de SER heeft vastgesteld voor 2026 zijn geen wettelijke norm. Ze geven wel een indicatie van wat volgens de SER onder normale omstandigheden redelijke kosten per dagdeel zijn voor scholing en vorming van voldoende kwaliteit.
De richtbedragen worden berekend op basis van de tarieven die in de praktijk worden gehanteerd door opleidingsinstituten met een SCOOR-RMZO certificaat.
Richtbedragen
- Het richtbedrag voor een maatwerkcursus voor de hele ondernemingsraad is vastgesteld op € 1395 per dagdeel per or (was in 2025 € 1275, een toename van bijna 10%).
- Het richtbedrag voor een open inschrijvingscursus voor een or-lid is vastgesteld op € 265 per dagdeel per or-lid (was in 2025 € 225, een toename van bijna 18%). Dit bedrag omvat de gemiddelde accommodatiekosten.
All-in tarief
De richtbedragen zijn all-in, wat betekent dat alle kosten zijn inbegrepen: het tarief van trainers, docenten en medewerkers, de kosten voor voorbereiding, uitvoering en nazorg van de cursus, eventuele reiskosten, en de kosten voor overhead en cursusmaterialen. De richtbedragen zijn exclusief btw.
De SER geeft geen richtbedrag voor de accommodatiekosten van maatwerkcursussen voor de hele or, omdat deze sterk kunnen variëren afhankelijk van de locatie. In het all-in tarief voor een open inschrijvingscursus zijn de gemiddelde accommodatiekosten wel inbegrepen.
Bovenstaande grafiek laat zien dat de richtbedragen van de SER zich grillig hebben ontwikkeld en lang niet altijd in lijn zijn met de inflatie of andere economische ontwikkelingen. Ook blijkt dat de bedragen voor maatwerktrainingen sterker fluctueren dan die voor open inschrijving.
Voor wie geïnteresseerd is, hier meer over de richtbedragen in 2013, 2014, 2015, 2016, 2017, 2018, 2019, 2020, 2021, 2022, 2023, 2024, 2025.
Wettelijk scholingsrecht voor de ondernemingsraad
Or-leden hebben een wettelijk scholingsrecht, vastgelegd in Artikel 18 Wor. De bestuurder is verplicht om de leden van de or gedurende een aantal dagen per jaar, in werktijd en met behoud van loon, de gelegenheid te bieden om de scholing en vorming te volgen die zij naar eigen oordeel nodig hebben.
Het aantal dagen wordt vastgesteld in overleg tussen or en bestuurder. De bestuurder betaalt de kosten van de scholing. De or kan een scholingsbudget voorstellen door per scholingswens het richtbedrag van de SER te hanteren. Op grond van Artikel 22 lid 4 Wor heeft de or het recht dit budget naar eigen inzicht te besteden.
Belang scholing or-leden
Ondernemingsraden en ondernemers hebben er beide baat bij als de or een deskundige en gelijkwaardige sparringpartner is. Daarom is het belangrijk dat or-leden specifieke opleidingen of trainingen kunnen volgen.
Dit vergroot de meerwaarde van de or en versterkt haar rol als belangenbehartiger van medewerkers. Bovendien hebben or-leden wettelijk recht op scholing.
Investeren in de deskundigheid van de or
De CBM stimuleert daarom dat bestuurders en or’s blijvend investeren in deskundigheid. Dit betreft kennis en kunde op het gebied van medezeggenschap, inhoud, proces en onderlinge relaties. Van beide partijen vraagt dat inzet om hun deskundigheid actief te bevorderen.
Van de bestuurder wordt verwacht dat hij de or stimuleert en faciliteert in haar ontwikkeling, bijvoorbeeld door het werk goed te organiseren en tijd en budget beschikbaar te stellen.
Voor or-leden betekent dit dat zij daadwerkelijk gebruikmaken van de mogelijkheden om zich te ontwikkelen tot deskundige gesprekspartners, en daarbij efficiënt en effectief met hun tijd omgaan.